We zijn er exact op de afgesproken tijd, maar er liggen twee grote motorjachten die behoorlijk wat diesel nodig hebben, en het tanken duurt dan ook erg lang.
Eindelijk zijn we dan om kwart voor tien aan de beurt, en de door mij verwachte hoeveelheid diesel van 120 ltr blijkt slechts 89 ltr te zijn en kost € 99,=.
We ruimen alles op en vertrekken om 10:20 uur vanaf de uitgang van de haven richting de ingang van de rivier de Elbe waar we om ongeveer 14:00 uur moeten zijn vanwege de kentering van het tij, zodat we daarna de stroom mee hebben tot aan Brunsbûttel toe.
Helaas staat er geen fuck wind en dus brommeren we met een vaartje van 5,5 mijl per uur die kant op, het weer is goed, niet te heet gelukkig, en om ongeveer twee uur zijn we dan ook bij de ingang van de Elbe.
De stroom staat nog wel iets tegen, zo ongeveer 1,6 mijl en dus maken we maar een mijl of drie en een half tot vier knopen en dat gaat maar langzaam beter worden en blijft ons nog tot aan Cuxhafen dwarszitten en begint dan eindelijk daar wat in ons voordeel te werken.
Er zijn ook maar weinig grote schepen en ook niet veel jachten die net als wij richting Brunsbũttel gaan en wanneer we bij het smalste deel van de Elbe zijn aangekomen steken we over naar de kant van de groene tonnen, de wind is nog steeds nul komma nul en pas als we nog z’on vijf mijl van de sluis verwijderd zijn komt er een beetje wind, en lopen we met de motor erbij tussen de zeven en acht knopen over de grond.
We zijn nu dicht bij de sluis, en het lijkt wel op dat we er direct in kunnen varen, we rollen dan ook snel de Genua op, en dan geef ik nog maar even wat extra gas om de snelstromende rivier over te steken.
Even later liggen we in de sluis naast een groot ponton en nog een aantal andere jachten.
Aafke gaat met een spring in de hand via de door ons speciaal voor deze gelegenheid aangeschafte trapfender vanaf de boot op het langs de sluismuur liggende vlot springen, en haalt snel de lijn door het oog wat daar ligt, en maakt de lijn vast aan de boot.
Dan nog een voor en achterlijn en we liggen geparkeerd, en dan wachten we tot de deur weer dicht gaat en na een minuut of 15 varen we alweer de sluis uit richting de jachthaven van Brunsbūttel, die verassend leeg blijkt te zijn, en dus vinden we al snel een plekje aan de kant waar de grote schepen vlak bij je langsvaren de sluis in of uit.
Het duurt niet lang en dan krijgen we een zeiljacht naast ons te liggen, en dat blijkt iemand te zijn die mij schijnbaar blijkt te kennen, en even later zie ik ook wel wie het is, het is Andries Staal van Centraal Staal uit Groningen die nu een prachtig aluminium jacht heeft een Ovni n.l uitgevoerd in aluminium, en dat ziet er gelikt uit.
Ze hebben een hond aan boord, die al 100 mijl geen wal heeft gezien, en die wil graag z’n behoefte doen, Andries zal het hem voor moeten doen dat je dat in het gangboord kunt doen, en geheid dat de hond het dan vervolgens ook gaat doen, en even schrobben en spoelen en klaar is kees.
Ook een oorlogsboot hier in het kanaal
We kletsen wat over de CAMRace waar we allebeide wel een aantal keren hebben meegedaan, en gaan dan naar binnen, en de volgende dag zijn zij alweer vertrokken richting Cuxhafen.
Wij zijn niet zo haast om weg te gaan, want wij gaan eerst nog naar het Gieselaukanaal en dat is slechts vier uurtje’s moteren.
Om 10:40 varen we de haven uit en onderweg komen we van alles tegen.(zie foto’s)
Wel erg veel campers op een rijtje langs het kielerkanaal
Driemaster onder de brug door zonder brokken

Een sleepboot stuurt mee door de achtersteven van de boot naar links of naar rechts te trekken.
Een sleepboot stuurt mee door de achtersteven van de boot naar links of naar rechts te trekken.
en om een uur of drie komen we daar dan aan, volgens Gerrit zou het wel eens kunnen onweren, maar het blijft bij wat gerommel, maar geen hagel of andere ellende wel word je daar steeds opgeschrikt doordat er weer één of ander voertuig over de brug rijd wat een donderend geluid veroorzaakt doordat de balken waaruit het brugdek bestaat los zitten en dat gaat daar met veel tromgeroffel gepaard.
Het had gekund dat we Jan Karel en Jos daar nog weer hadden ontmoet, maar die hebben een veel langere weg af te leggen via de meanderende rivier de Eider.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten