Van Lauwersoog naar Helgoland 2025

 Vanaf onze ligplaats bij DOKKUMERNIEUWEZIJLEN naar LAUWERSOOG., en daarna naar HELGOLAND.

Het is weer zover dat we gaan vertrekken voor een reis naar de Oostzee, ditmaal niet met ons tweeėn maar we nemen deze keer een gast mee aan boord voor hoelang weten we nog niet want het moet natuurlijk wel een beetje klikken tussen ons drieén en dat zal tijdens de reis tot uitdrukking komen. Allereerst moeten we nog wat dingen regelen en ook nog even de laatste boodschappen doen, maar omdat we deze morgen en nog een deel van de middag kwijt zijn geraakt aan een uit de hand gelopen klusje van niks werd het weer later dan we hadden verwacht. Omdat we onze gast op moeten halen met de auto, combineer ik dat even door zijn vouwfiets te gebruiken,die ik nadat ik hen naar de boot heb gebracht in Dokkumernieuwezijlen mooi kan gebruiken wanneer ik de auto weer terug breng naar Kollum om daarna weer op dat vouwfietsje naar D.N.Z te peddelen. Om vier uur zijn we weer allemaal aan boord, en vertrekken we richting sluis iwaarvan de deuren al openstaan. Het schutten gaat snel en dan varen we op de motor tot het eilandje Senneroog waar we het grootzeil hijsen, en de Genua afrollen. Er staat een mooi windje en al snel varen we het Lauwersmeer op, en Gerrit onze gast gaat nu het roer nemen. Gerrit is een helmstok gewend en moet nu eerst even wennen aan het stuurwiel, maar heeft daar geen problemen mee. Ik denk eerder dat andersom, dus stuurwiel gewend zijnde dat overschakelen naar een helmstok moeilijker is. we zeilen dus maar gelijk door om een ligplaats te zoeken dichtbij de sluis, die we morgenvroeg om zeven uur hopen te passeren, en daarom gaan we tegenover de zeilschool het anker uitgooien. We gaan netje's buiten de geul liggen in water van drie meter diepte, en even later zitten we in de kuip naar de reigers, koeien, en paarden te kijken die aan de oever in het water staan. We gaan niet al te laat te kooi, want we willen graag om zeven uur voor de sluis zijn want dan hebben we nog mooi de stroom mee tot aan de WG verkennerboei, en daarna gaat de stroom ons nog zeven uurtje's meehelpen naar het oosten te varen. Vanmorgen zaten we om kwart over zes aan het ontbijt, en na alles weer te hebben opgeruimd haal ik het anker op en varen we richting de sluis die nadat ik hen via de marifoon had opgeroepen de sluis in gereedheid gaan brengen. Alles gaat goed en om halfacht varen we de sluis uit en varen we de zoutkamperlaag op waar we het grootzeil omhoog hijsen.

De zee is vlak als een laken en er staat practisch geen wind dus motorsailen we richting Westgat dat we om halftien bereiken, er is niet veel vaart en de enige die we tegenkwamen was de vroege veerboot vanaf het eiland Schiermonnikoog. Voor ons vaart er nog een zeiljacht wat we langzaam aan het inhalen zijn, wanneer zij Stuurboord uitgaan, volgen we hun en even later zijn we naast hun en ze varen dezelfde koers als wij, ongeveer 60 graden, maar even later komen ze dichterbij ons en geven aan dat ze voor ons langs willen en dus neem ik maar wat gas terug en ga dan achter hun langs. Ik vind het maar een vreemd gedoe, hij had ook onder ons langsgekund,want hij wilde toch van koers veranderen ik niet, maar vooruit maar denk ik, maak je er niet druk om. Wanneer we bij Norderney zijn, komt er een beetje wind, en na een halfuurtje kan de motor eindelijk uit en kunnen we zeilen. De wind is steeds N.W. tussen de zes en de acht knopen en we lopen tussen de 5.5 en 6.5 knopen over de grond en dat gaat zo door tot aan Helgoland toe waar we midden in de nacht aankomen, en dan is het, nadat we het grootzeil zo goed als het ging hebben opgedoekt nog een heel gezoek hebben om een plekje te vinden. Uiteindelijk maken we maar vast aan een vissersboot, maar dat houd wel in dat wanneer die lui weg willen, je dan snel moet zijn om los te gooien want anders varen ze zo met jou langszij de haven uit. Om zes uur s'morgens is het dan ook zover, en krijgen we 15 minuten de tijd om los te maken, dus snel wat kleren en schoenen aan, en dan zoeken om een plekje. De visserlui zijn niet de enigsten die vertrekken, want naast ons gaan ook een paar jachten weg, en de boot die blijft liggen praait ons, en wenkt dat wij welkom zijn bij hem langszij. Op datzelfde moment staat er ook iemand op de steiger die ons aanroept, en hoor ik Aafke roepen van "hoe kom jij hier" en achteraf blijkt het Jan Karel te zijn, en die zegt dat er aan de andere kant van de steiger nog wel een plekje voor ons is, nou dan gaan we daar naar toe, en dus brommer ik daar maar heen, echter als ik zie wat voor ruimte er is om de box in te varen bedenk ik mij, en doordat ik word aangeroepen door iemand op de steiger die wat later blijkt de vriend te zijn van Jan Karel die ook wenkt dat we wel naast hen kunnen liggen, maar het is nu HW en bij LW weet ik niet of ik daar wel kan liggen met onze diepgang van 2.2 mtr. Terwijl ik met hem sta te praten drijven we met ons anker tegen een daar ter plekke liggende cardinale ton aan, dat heb je als je staat te praten en daardoor word afgeleid, dus vlug in de achteruit, en dan zijn we er weer vrij van, zonder schade gelukkig. We besluiten om maar weer terug te varen naar de vriendelijke duitse schipper, en maken even later aan hem vast, brengen nog even een voorlijn uit vanaf de voorkant van de boot naar de steiger toe, en dan komt Jan Karel even naar ons toe om elkaar de hand te schudden, want we hebben elkaar in geen vijf jaar gezien. we spreken af dat we elkaar later op de dag weer spreken en dan gaan we eerst maar even ontbijten. Na het ontbijt gaat Gerrit de wal op om het havengeld te betalen, en ik doek samen met Aafke het grootzeil op want vannacht hadden we er een frommeltje van gemaakt, en dat moet netjes zijn. Dan word het tijd om even naar Jan karel te gaan, ik moet nog wel even zoeken naar hun maar na wat boten te hebben bezocht blijkt dat hij hier is met Jos ook een kollumer die ik wel eens eerder heb getroffen in de haven van Oostmahorn en die nu een eigen boot heeft een Marieholm van om en nabij de 8 mtr en ze zijn hier met nog een andere Marieholm en ze willen morgen naar Tönning om daar de rivier de Eider op te gaan om vervolgend via frederikstad door te varen naar Gieselau dat vlakbij het Kielerkanaal ligt en door een sluisje kun je dan vanaf de Eider het Kielerkanaal opgaan. Wij gaan eerst nog een broodje eten, en dan gaan we de wal op om het eiland te verkennen, want Gerrit is hier nog nooit geweest, eerst gaan we maar even bij Rickmers langs, dat is een watersportzaak maar daarnaast kun je er ook bunkeren en ik maak met hem een afspraak voor morgenvroeg om kwart over acht, dus dat word weer vroeg eraf want we moeten er ook nog naartoe varen en het is met elkaar 2.5 km varen, dat houd in dat we om 8 uur moeten varen, en dus zeven uur de kooi uit. Dan lopen we richting lift naar het Oberland want we willen liever niet via de trap naar boven vanwege een lage optrede en een lange aantrede want daar word je doodmoe van en voor 1 euro ben je boven. Eenmaal bovenaan lopen we via de volkstuintje's en de bomtrechters naar de lange Anne toe waar de vogelkolonie van Jan van Genten zijn die nu kuikens hebben en die gevoerd moeten worden door hun ouders, het is dan ook een heel kabaal wanneer de ouders elkaar begroeten door met de snavels bij elkaar langs te wrijven.

Ook voor ons is dit nieuw, want normaal zijn wij hier eerder en dan zitten ze nog op hun eieren te broeden, maar dit is ook prachtig om te zien. We lopen langs de diverse punten waar je de vogels kunt spotten en ze zitten op een halve meter afstand van je. Na alles gezien en gefotografeerd te hebben word het tijd om ergens te gaan zitten, en dus zetten we koers naar onze vaste plek waar je een mooi uizicht hebt op het eiland Dune waar ook een klein vliegveldje is, en als je wilt kun je er met een sloep naar toe die regelmatig heen en weer vaart. Als we bij Krebs aankomen kunnen we helaas niet bij het raam zitten  maar wel lekker in de schaduw en dat is ook wel zo fijn.

Al snel komt er een serveerster onze bestelling opnemen en Aafke wil graag een sorbet mit drei kuglen en daarbij Eiergrog ohne zahne, Gerrit wil graag een Erdinger weissbier ohne alcohol, en ik neem er eentje met alcohol. Omdat we niet op één been kunnen lopen bestellen we er later nog maar eentje, en ook heeft Aafke ook wel zin in z'on blonde rakker van het vat, Gerrit houdt het echter bij alcoholvrij . 

Ondertussen is het halfzes en we gaan richting boot lopen, en kopen bij de verste winkel nog wat drank voor onderweg. We eten op tijd want we krijgen vanavond nog bezoek van Jan Karel en zijn Schipper Jos die een biertje komen drinken. Na twee uur zijn we wel weer enigzins bijgekletst, en gaan ze om een uur of tien weer terug naar hun eigen boot, want ook zij willen morgen op tijd op weg naar Tönning, en de Eider op naar Gieselau. Morgen gaat dit verhaal verder, en voor nu gaan we onze rust nemen want morgen word het weer een lange dag.