In eerste instantie waren we van plan om vroeg te vertrekken, maar dat is niet nodig, want de wind die we moeten hebben komt ook wat later.Na ontbeten te hebben, maken we de boot klaar voor vertrek, en na gekeken te hebben hoe het zit met de neerslag vandaag, zien we, hoewel de lucht er erg dreigend uitziet, dat er geen regen word verwacht, en dus hoeven we geen regenkleding aan maar wel even een vest want de zon laat zich vooreerst nog niet zien.
Om 10:15 varen we tussen de pieren door, en rollen we de Genua af, want met deze wind van 6 tot 8 knopen lopen we daarmee wel boven de vijf mijl per uur en dat vinden we wel hard genoeg.
Er zijn nu na een aantal dagen van wat minder mooi weer, opeens weer allemaal zeiltje’s op het water, en in de verte zien we de brug bij Rodköbing waar we eronderdoor moeten om verder te zeilen naar Marstal.
De verheid naar Rodköbing is 12.5 mijl en we zijn er om 13;15 dus hebben we er drie uren over gedaan gemiddeld dus zo’n 4 knoop/uur.
Onder de brug door was het kantje boord wat betreft de wind die vanwege de brug erg wisselvallig was, maar we hadden flink de stroom mee, en die scheurde ons er daar mooi doorheen.
Nu word onze koers wel wat anders, en hoog aan de wind, en dat kunnen we tot het eilandje Strynø volhouden, maar daar moeten we de Genua oprollen, en moteren we verder die kant op, totdat we Strynø voorbij zijn, en daar kunnen we nog wel even weer zeilen.
Een halfuurtje later start ik de motor maar weer, want de wind valt helemaal weg, en we zetten nu koers naar Marstal via het geultje dat daar naar toe loopt.
Even later komen we ook de veerboot weer tegen, die ons net nadat we Rodköbing hadden gepasseerd tegemoet kwam, en waar we voor uit moesten wijken, vanwege de daar ter plekke zeer smalle geul.
Dat kwam omdat de veerboot een jacht inhaalde, en natuurlijk net op de plek waar wij ook waren, en dus waren we met drie schepen naast elkaar.
We naderen nu het einde van de geul, en gaan daar Bakboord uit richting jachthaven, en zoeken nu om een plek, al snel zien we dat er aan de betonnen kade van de voormalige scheepswerf nog een plek is waar we wel tussen twee aldaar liggende schepen kunnen aanmeren, het grootste probleem hier is dat je er moeilijk vast kunt maken, maar daar vinden we wel weer wat op uit, en even later liggen we naar ons zin aan deze kade, waar je niet ver weg bent van het stadje.
Het is nu halfdrie, en dus eten we eerst maar even, met wat te drinken erbij, en dan gaat Aafke in haar uppie om boodschappen, en Gerrit gaat even een knipperke doen, terwijl ik nog even lekker in het zonnetje in de kuip ga zitten.
Achter ons ligt een jacht waarvan de mast gebroken is, want de onderste helft staat nog overeind op de boot, vanwege dat het een doorgestoken mast is, en het bovenste deel ligt op de kade met de zalingen en wat er normaal nog meer aan een mast zit er ook nog aan.
Terwijl ik daar zit, arriveren er een aantal mensen die waarschijnlijk de eigenaars van de boot zijn, en ook is er iemand bij, die uitleg geeft van wat er nu moet gebeuren om de boel weer in orde te maken.
De ontmaste boot die achter ons ligt.De mast bestaat namelijk uit twee samengevoegde delen die met een binnenstuk aan elkaar zijn gezet met twee lange rijen schroeven, en net onder deze bevestiging is de mast gebroken.Uit hun gebaren, en hun spraak die de ene keer gaat in het Duits, en met iemand anders in het Deens, en met de vrouw van de eigenaar nogeens in het Engels begrijp ik dat ze het deel wat nog op de boot zit weer willen vastmaken aan het bovenste deel, door van beide delen een stuk af te zagen, en het met het binnenstuk erin weer aan elkaar willen zetten.
Ja denk ik, dat is natuurlijk mogelijk, maar de mast word daardoor wel minimaal een halve meter korter dan hij was.
De mannen sleutelen de zalingen eraf, en gaan dan de mast aan boord leggen, en ze zullen dan waarschijnlijk terug naar huis varen met alles wat erbij hoort.
Ook de verstaging die bestaat uit rodverstaging, is allemaal bij de spanners afgezaagt of afgeknipt.
Rodverstaging bestaat niet uit bijelkaar gedraaide losse staaldraden, maar uit massief staal met schroefdraad erop.Aafke is nu ondertussen ook weer thuisgekomen van het boodschappen halen, en nadat ik het karretje weer voor haar aan boord heb getild, en in de salon heb gebracht, pakt ze alles uit, en dan is het alweer tijd voor ons happy hour.
We zitten nog maar net binnen, een biertje te drinken, of er word op de boot geklopt
Aafke gaar even kijken, en er staat een Mevrouw op de kade, met een man aan haar zijde, en ze vraagt iets in het Engels, en dus roep Aafke mij erbij, om te horen wat ze van ons willen, in eerste instantie, denk ik dat het de havenmeester is, maar dat blijkt al gauw niet zo te zijn, de Mevrouw heeft een verzoek aan ons, want ze heeft onze plek nodig om haar boot uit het water te tillen, met een grote kraan, die er nu aan komt, en ze vraagt of wij naar haar ligplaats willen varen, om daar aan te meren, en dan haalt zij nu snel haar boot op, om die hier uit het water te tillen.
Nou dat is me ook wat, zitten we net even lekker rustig, en dan hebben we dit weer, en ook kan het elk moment nog eens behoorlijk gaan regenen.
Ik vraag haar of het een box is waar wij dan in moeten, en zoja hoe breed die is, en hoe diep het daar is, ze zegt dat haar boot 3,8 m breed is en het is daar diep genoeg, zegt de man naast haar.
Ik zeg, maar wij zijn 4,0 m breed en kan ik tussen de palen door daar, ze antwoord dat er genoeg ruimte nog tussen de palen is om erin te varen.
Dit is de boot die zo snel uit het water moest, en waarom wij moesten verkassen.
Ook zegt ze tegen mij, dat haar man een tijdje terug is overleden, en dat daarom de boot er weg, en op de kant moet.
Nou dan moet het maar, en ik roep naar binnen, dat we moeten verkassen, en leg hun in het kort uit wat er speelt.
Ik start de motor, zet hem in z’n vooruit en begin alvast de lijnen die los kunnen eraf te halen, en dan zijn Gerrit en Aafke ook al bezig.
Even later varen we al weg van de kant richting Bro no 4 de derde box aan de rechterkant, ik kijk nog even achterom, en zie dat er een man op de kade staat te wijzen, en dus kijk ik in die richting en zie daar een bakdekker motorboot liggen, die zo te zien aan de grond zit, nou ja dat komt later wel denk ik, en vaar door tot Gerrit zegt hij staat in brand, nou dat is wat anders, en ik gooi gelijk het roer om, en keer het schip.
Wanneer we iets dichterbij zijn, zie ik dat de motor van de boot de rook veroorzaakt, en dat er niets is dat brand, maar vaar er wel naar toe, en zeg tegen Aafke, maak maar een achterlandvast klaar om naar hun toe te gooien, en dan moeten zij die aan een bolder bij hun op de boot snel vastmaken.
De wegens motorproblemen, en aan de grond gewaaide boot die we vlot getrokken hebben, en naar hun box gebracht.
Dan vaar ik vlak bij hun langs, en als Aafke haar lijn zal gooien, krijgt ze er eentje toegeworpen, en ik zeg beleg die dan maar op onze achterbolder, en rem ik de boot zo af, dat zodra er spanning op de lijn komt, ga ik gas geven, en trek de boot vlot.
Nu de boot weer vlot is, gooit Aafke hun de lijn weer terug, maar daar is het niet mee klaar, want de motor doet het niet meer van de bakdekker, en dus vaar ik nog maar weer even een rondje, en nu om de lijn aan te pakken van iemand die voorop de boot staat, eenmaal vastgemaakt trek ik de boot richting havenbro no 9 waar hun ligplaats is.
Onderweg komen wij bij Bro no 4 langs, en komen daar de boot tegen die uit het water gehaald moet worden, en de Mevrouw waar we mee spraken staat al klaar om ons op te vangen, maar ik zeg tegen haar dat we eerst deze boot naar z’n plek moeten brengen een eindje verderop naar Bro no 9.
Ze begrijpt wat er gaande is, en zegt dat ze ons opwacht wanneer we daar weer vandaan komen.
Ondertussen zien we waar de bakdekker naartoe moet, en dat is in een box, nou dat moet wel lukken denk ik, en vaar mooi langs de rij palen, tot ze zeggen maak maar los.
Ze zeggen wanneer we er bijna zijn, dat ze het nu verder wel redden, en trekken de boot langs de palen naar hun box.
Ik draai de boot ter plekke, en dat kan allemaal net tussen deze twee Bro’s in, eerst een stukje achteruit, en dan draai ik als het ware om m’n as en varen dan naar de box van Bro no 4.
Als we dan zien in wat voor box we moeten zijn, betwijfel ik of we tussen de palen door kunnen, en ook de ruimte tussen de Bro’s is hier minimaal.
Ik moet vlak langs een paal varen, om recht voor de box uit te komen, en dan blijkt dat ik er eigenlijk niet tussendoor kan, maar ja het moet toch maar, en dus geef ik even flink gas, en dan wijken de palen wat meer uitelkaar en floep ik er tussendoor.
Nu nog even naar voren toe varen, waar de Mevrouw al klaar staat om de lijnen van Aafke aan te pakken, Gerrit heeft de achterlijn om de SB paal gelegd, en ik pak de andere lijn van Aafke over, die nu naar voren loopt, om de lijnen aan de Mevrouw te geven, die wil ze echter vastknopen aan de bolders op de steiger, maar Aafke roept tegen haar dat ze de lijnen terug wil hebben.
Eerst begrijpt de Mevrouw het niet, maar na wat gebarentaal van Aafke valt het kwartje, en geeft ze de lijnen terug.
Nou dat was weer een heel gedoe, en ons bier is intussen zo dood als een pier geworden, en dus nemen we er nog maar een nieuwe op.
Dan word het ook zo langzamerhand tijd voor onze avondmaaltijd, en dat is deze keer Aardappelen, Doperwten met Worteltje’s en een stukje vlees erbij, en verder nog een kwarktoetje na, dan is dat ook maar weer aan de kant, nu eerst nog maar even wat uitbuiken, en dan vanavond nog even wat TV kijken want de WiFi is hier buitengewoon goed, en om kwart voor negen zien we dan ook naar het Skûtsjejournaal om daarop te zien dat het in Frieslân ek hurd waait.
.