Vandaag zijn we op onze normale tijd wakker, en al snel zitten we aan ons ontbijt, want we willen vandaag naar Kiel en dat is 30 mijl varen, en de wind is wat de kracht betreft goed, maar die richting is knudde.
Om halftien varen we zonder problemen de box uit, ik hoef zelfs geen gas te geven deze keer om tussen de palen door te varen.
Na te zijn gedraaid, varen we de Bro no: 4 uit en varen achter een klein bootje aan die onder zeil de haven verlaat, en even later haal ik hem maar in, want het gaat niet erg hard onder zeil, wij wilden in het geultje naar zee toe, ons grootzeil omhoogtrekken, maar de wind komt een beetje zuidelijk binnen, en de geul ligt daarvoor niet zo geschikt.
Bijna bij het eind van de geul gaan we stuurboord uit en een koers voorliggen van 203 graden en dat is dus recht tegen de wind in, en ook staat er te weinig wind om er snelheid uit te halen.
We gaan eerst maar gewoon verder op ons oliezeil, en hopen op betere tijden.
Omdat we erg last hebben van het zeetje dat er staat, kan ik niet harder varen dan 4,5 knoop, en dat komt hoofdzaak omdat het eerste stuk nog vrij ondiep is en daar bouwen de golven zich op, wanneer we weer in wat dieper vaarwater komen, gaat het een stuk beter, maar nu staat er weer minder wind dus blijft het 4,5 knoop gemiddeld.
Ik had de moed eigenlijk al opgegeven dat er nog wat wind zou komen uit de goede hoek, tot het opeens wat begint te waaien, en ook ruimt de wind langzaam naar het westen.
Dus snel het grootzeil omhoog, en even later de Genua erbij en dan kan Johannes om 13:00 uur eidelijk uit.
Het is nog wel wat op en neer met de windsterkte, maar we mogen niet klagen vandaag, want we lopen toch steeds om en nabij de 5 knopen.
Achter ons zijn twee jachten bezig om om ons in te halen, en de eerste is een Duits jacht dat onderons langs wil, maar doordat de wind iets toeneemt en zo nu en dan 10-11 knopen is lopen we weer bij hem weg.
Dan gaat hij even later proberen boven ons langs te lopen, en dat lukt hem op den duur, en het andere jacht dat ook bezig was om ons in te halen, is scherper aan de wind gaan zeilen, en vaart een beetje verder naar Bakboord, maar we blijven gelijk op lopen.
Wanneer we het monument bij Kiel in zicht krijgen, gaat de wind er nog een schepje bovenop doen, en ik kan ook steeds wat hoger zeilen, en ik geef Aafke die vlak bij de bediening van de stuurautomaat zit zo nu en dan opdracht om twee of drie graden hoger te varen.
Ik stuur zelf niet, want beter dan de stuurautomaat kun je in de meeste gevallen niet sturen, en dat is met deze wind en dan ook nog eens erg hoog aan de wind een must.
Het duurt evenzogoed nog een hele poos voordat we bij het grote aanlooppunt aankomen, en dan is het daar vandaan ook nog ongeveer zo’n 9 mijl naar de steiger bij de sluis.
Tijdens het laatste stuk begint de wind zo nu en dan behoorlijk aan te trekken, en we gaan er dan ook tot aan de voetrail aantoe door, gelukkig loopt de boot niet uit het roer, en gaan we alleen scheef en ook nog eens hard.
Eerst komen we al een groot cruiseschip tegen, en die wijzigt gelukkig zijn koers, zodat ik nog bijtijds voor hem langs kan gaan, maar even verder komt er nog een groot schip aan, en dat word wel een beetje knijpen om tussen de ton en het schip door te komen, en ook zit er naast ons een motorboot die ons weinig ruimte geeft.
De rode ton kan ik helaas niet meer halen, maar ik kan nog wel tussen het ernaast liggend tonnetje, en de rode ton door, maar vlak daarachter is het ondiep, en ik heb geen andere keus.
We scheren dus rakelings tussen beide tonnen door, waarbij het kleine tonnetje bellende, en rinkelende, geluiden produceerd.
Je kunt zien, dat het even verderop erg ondiep word ineens, en dat was ook duidelijk zichtbaar vanaf de boot.
We komen er heelhuids vanaf, en varen opgelucht verder, we komen nu hopelijk geen rare objecten meer tegen, en waarna er vlakbij de sluizen toch nog een boot aankomt die ons waarschijnlijk in de weg zal zitten, start ik de motor, en draaien we de Genua weg, en even later geef ik het roer aan Gerrit, en ga ik het grootzeil laten zakken , terwijl Aafke de grootschoot bedient, we doeken de boel zo goed en kwaad als het gaat op en doen het straks wel weer even netjes.
Dan neem ik het roer weer van Gerrit over, en stuur richting steiger, waar we na er eerst even naar gekeken hebben op de stalen palen hoe diep of het daar ter plekke is, en dat blijkt 3.0 m te zijn, en dus wagen we het er maar op.even later komt er een Duits echtpaar aan varen, die graag naast ons wil aanmeren, en nadat ik mijn stootwillen even goed heb gehangen en de Duitsers hun boot nog een nieuw rondje hebben laten maken, gaan we hun opvangen.
Maar de poging gaat radicaal mis omdat de schipper te laag uitkomt vanwege de hier altijd lopende stroom en hij komt op het laatst dwars achter ons te ligge, en dus word er een tweede poging ondernomen en dat gaat een stuk beter, en even later ligt het zaakje mooi naast ons, nu komt ook de hond in beeld en die moet naar de wal om te pinkeln.
We merken de hele avond en nacht geen enkel geluid meer van hun, zo voorzichtig gedragen ze zich bij het af en opstappen op onze boot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten