Het weer is nu heel stil geen zuchtje wind, en we hebben aan de betonning te zien ook nog wat stroom mee, en dat is dus mooi meegenomen.
Ik heb de motor net als anders gewoon op 2500 rpm gezet en dat levert ons een snelheid op van 5,5 mijl en met stroom 6 mijl per uur, we zijn al snel bij de eerste brug, en er vaart een jacht voor ons die net iets eerder uit de haven is vertrokken dan wij, en we varen dezelfde snelheid, want de afstand blijft steeds gelijk.
Ik vaar op de diepste plek van de vaarweg en daar staat ook meestal de meeste stroom, en met stroom tegen vaar je dus het best over het ondiepste deel, de kant.
Het duurt niet lang, en dan zien we de volgende brug ook al, met daarachter de in aanbouw zijnde nieuwe brug, tijdens de passage rijd er op het moment dat wij er onderdoor gaan, net een trein over de brug, nou ik ben wel wat gewend wat lawaai aangaat, maar dit is echt een gigantisch stuk herrie, oorverdovend.
Na de brug krijgen we te maken met een aantal beste buien, met de daarbij behorende wind, en zelfs bliksem en gedonder, en het duurt ook nogal even voordat we dat kwijt zijn, we varen nog steeds pal tegen een wind in van 17-22 knopen, en even laveren is hier ook geen optie vanwege de ondiepten hier en daar, en dus stellen we het zeilen nog maar even uit.
Om kwart voor 11 is het dan zover en kunnen we de Genua afrollen, en kan de motor uit, tenminste dat probeer ik maar het stoprelais heeft weer eens kuren, en dus moet ik hem stopzetten door aan het kabeltje te trekken, en daarvoor moeten er een paar dingen worden weggehaald in de SB achterhut om daar bij te kunnen.
Aafke gaat het even doen, tenminste het toegankelijk maken, en wanneer dat gedaan is, kom ik in actie, en even trekken aan het kabeltje en Johannes stopt.
Zo dat geeft gelijk een rustig gevoel, als die voortreffelijke herrieschopper uit is.
Het gaat een hele tijd goed, en dan gaat de wind ruimen, en is het opeens niet meer bezeild dus wacht ik net zolang tot we op een punt zijn waar bij het overstag gaan ook nog weer behoorlijk in de goede richting gaan.
Ik had gehoopt dat de wind verder zou ruimen maar hij blijft helaas nu al een poosje gelijk, en neemt ook in kracht af, en dus ga ik Johannes maar weer even wakker maken, en vragen of hij nog wel weer even de schroef aan wil drijven zodat we wat sneller op onze bestemming komen.
Hij slaat gelijk aan als ik de sleutel omdraai en daar gaan we weer recht op ons doel af, in dit geval het eilandje Omö, waar Aafke en ik op de heenreis waren.
Het is nu 14:59 en we brommeren weer recht in de wind op, en het schiet niet echt op want de golven zijn zo langzamerhand behoorlijk groot zodat we zo nu en dan terugvallen van 4,5 knoop naar 2,5 knoop en daar heb ik geen ander antwoord op dan weer zeil te zetten, en te gaan kruisen, maar door de vele ondieptes om ons heen is dat ook niet zo’n goede oplossing want door te kruisen sparen we wel brandstof uit, maar in mijlen kunnen we maar beter zo blijven varen.
Het is nu nog 8 mijl naar Omö en dat is dus ongeveer 2 uur moteren en dan nog naar de haven en dat is dan ook nog 2 mijl vanaf die plek.
Ik zeg tegen Aafke, wat denk je ervan als we nu in één keer doorgaan naar Lundeborg, want als we bij Omö bakboord uitgaan dan kunnen we weer zeilen en met deze wind zijn we wellicht om 19:00 uur in Lundeborg.
Nou dat lijkt haar ook wel wat, maar dan moeten we nog wel het daar aanwezige rif oversteken, en dat kan op twee plaatsen, dus het hangt helemaal aan de windrichting en de dan aanwezige windkracht
Ondertussen worden we opgelopen door een groot Marineschip, en van de andere kant komt een groot vrachtschip aanvaren, en dat treft niet want we moeten zo meteen de shippinglane oversteken en ik hoop dat die beide koerskruisers dan verdwenen zijn.
We zijn nu op het punt aangekomen waar we kunnen zeilen, maar er komt ook een hele wolkenbank onze richting uit, en dat lijkt mij niet goed toe, maar we rollen toch de Genua maar af, en stoppen de motor, en net op dat moment zakt ook de wind in elkaar, en draaid dusdanig dat hij weer recht van voren komt, en dus moet ik mijn koers weer aanpassen.
Dan begint het ook nog eens behoorlijk te regenen, en ik trek snel mijn vissersjas over mijn hoofd aan, en dat is net op tijd, nadat de meeste regen is gevallen gaat opeens de wind toenemen en in no time hebben we 24 knopen wind van voren, en dus start ik de motor weer en rollen we het zeil weg.
We ploeteren wat door, maar door de wind kunnen ook de golven zich weer opbouwen, en dat duurt niet zo lang of we maken bijna geen voortgang meer en we moeten eerst de kop van Langeland ronden voor we weer een gunstige wind krijgen om te zeilen.
Het word steeds ruiger, en ruiger en dus draai ik de boot 180 graden, en zeg tegen Aafke dat we Omö aan gaan lopen, dat is nu nog wel te doen, en als ik langer daarmee wacht word de heisa daar voor die aan lagerwal zijnde haven er niet beter op.
We laten de motor stand-by staan, en rollen de Genua halfaf zodat we nu met 5-6 mijl richting haven varen die nu nog 2 mijl van ons af ligt.
Als we vlakbij de haven zijn is Aafke er in geslaagd om wat stootwillen op te hangen, maar we weten niet hoe, en waar we kunnen aanmeren, maar nadat we de Genua met behulp van de lier hebben weggedraaid, zijn we bij de haveningang en dan word het ineens rustig, en ik zie de havenmeester al klaar staan om ons een plek aan te wijzen, dat is wel een beetje aan de late kant, maar ik weet de boot nog zo te draaien dat we zonder problemen een oude visserijhaven binnenvaren, en ik gebaar nog wel even naar de havenmeester dat we graag met de kop in de wind willen liggen, maar hij schud zijn hoofd en dus gaan we direct bakboord uit en dan moeten er ook meteen een spring en stootwillen aan die kant zijn, en met hulp van Novah die snel de lijn aangeeft die Aafke nodig heeft, en die hem nadat ze hem om onze middenbolder had belegd aangeeft, en ook weet ze er nog een grote stootwil tussen te krijgen, ik gooi de motor snel in z’n achteruit om een aanvaring met het jacht dat er al ligt te voorkomen, en dat gaat allemaal goed met hulp van twee man aan de wal.
Nadat we er nog een aantal stootwillen tussen hebben weten te krijgen maken we de landvasten nog even opnieuw vast, en gaan schoonschip maken.
Een kwartiertje later zitten we binnen, want buiten waait het precies de buiskap in aan een aankomstborrel, en we zijn blij dat het allemaal weer goed is gegaan.
Even later gaat Aafke Macaroni klaarmaken, en met nog even een kopje koninginnen soep vooraf, en een toetje na gaan we nog even de wal op voor een sticker en ook ben ik toe aan een bezoek van het toiletgebouw, Aafke gaat intussen met Novah kijken of er nog een ijsje is te krijgen, en wanneer ik mijn boodschapje’s heb gedaan zit Novah al aan een chocodips te slikken op een bankje bij de speeltuin.
Wanneer we terug naar de boot lopen horen we geblaf van een hond, en dat blijkt mijn mobieltje te zijn, en het is Marina die wel even wil weten of alles oké is.
In de tijd dat Aafke met haar aan het praten is, ga ik even kijken of er hier misschien diesel te tanken is, ik vind wel een tank en een pomp met slang,maar geen apparaat waar je een betaalkaart in kunt stoppen, en dus ga ik dat morgen wel even vragen bij de Havenvoogd.
We lopen terug naar de boot waar we lekker binnen gaan zitten, tot Aafke zegt heb je de sticker al op de boot geplakt ?, nee helemaal vergeten zeg ik, en dus moet ik er nog maar even weer uitklauteren, terwijl ik net zo lekker van alle wederwaardigheden zat te bekomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten