Dan ga ik de ankerketting met de hand ophalen totdat ik voel dat ik bij het anker in de buurt zit en dus laat ik Aafke de motor starten en terwijl zij nog een klapje vooruit geeft haal ik het anker met behulp van de lier naar boven.
Er zit practisch niets aan en dat laten we in de zon opdrogen en daarna gooien we er een paar putsen met water tegenaan om de resten er af te spoelen.
Na een kwartier te hebben gemoterd, rol ik de Genua af en varen we door hetstraatje het Lauwersmeer op, ik zie een ZK Kotter recht op mij afkomen en hij blijft maar mijn stuurboordswal houden, dus wijk ik uit naar bakboord zodat we elkaar srbrd-stbrd kunnen passeren, maar dan word hij wakker want hij gaat nu naar zijn stuurboordzijde toe, en dus ga ik dat ook maar doen.
Hij vaart ons voorbij met grote snelheid en dus met een idioot hoge hekgolf, en ik maar denken dat alleen Urkers zo hard varen.
Rustig zeilen we nu op alleen de Genua naar de oude veersteiger bij Oostmahorn, we treffen het want er ligt niks en het is er dik 2.6 m diep nadat we hebben vastgemaakt gaat Aafke even richting Esonstad om daar in de supermarkt wat boodschappen te doen alvorens we morgenvroeg afreizen naar Duitsland bestemming Brünsbûttel aan de Elbe het Kielerkanaal in, en dan het liefst in één keer door naar het Gieselaukanaal om daar te overnachten.
Aafke is al snel weer terug en daarna gaan we nog even wat kleine klusje's doen die weinig inspanning vragen want het is binnen in de boot nu 36 graden en buiten is het ook niet te harden, alleen wanneer je in de wind zit heb je wat verkoeling.
Om halfvijf neem ik maar een koude witte rakker, maar daar ga je ook weer van zweten en dus hou ik het maar bij één en drink verder alleen maar water uit de koelling en dat is lekker koud en je zweet er ook minder van.
Om halfzes vraagt Aafke of ik een cup a soup wil, nou normaal hoeft ze dat niet te vragen, maar ik zeg doe deze keer maar gewoon gemeentepils uit de koeling i.p.v hete soep.
Om zes uur kijk ik naar het journaal, en zie dat het hier nog wel meevalt maar in het zuiden des lands is het op plaatsen 40 graden en dat is niet prettig.
Omdat we hier niet zonder te betalen mogen overnachten van de havenmeester meneer Pols besluiten we om dan maar weg te gaan en voor de sluis te gaan liggen dan zijn we morgenvroeg mooi op tijd bij het westgat om daar direct de stroom tot een uur of zes s'middags mee te hebben en als de beloofde noordenwind ons gunstig gezind is kachelen we in één keer door naar Brunsbuttel.
Om kwart voor negen komen we bij de sluis aan net op tijd voor de wedstrijd Nederland tegen Japan die tegen elfen nog net op het nippertje word beslist in het voordeel van Oranje.
Wachten voor de sluis die morgenvroeg 07:00 uur open gaat en waar wij de sprong nemen de Noordzee op naar de Oostzee.
Er is hier voor de sluis een zee van licht en dus maakt Aafke daar nog maar even gebruik van om 23:00 uur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten