pageviews

dinsdag 4 september 2018

Dinsdag 04-09-2018 van Schleimunde naar Kiel Holtenau.

Vanmorgen zijn we na een roezige nacht met een constante wind van 15 knopen wakker geworden en van de laatste paar uurtje,s moesten we het denk ik hebben, maar de windgenerator heeft de accu,s goed bijgeladen in iedergeval.
Na wassen en ontbijten gaan we om kwart over tien ankerop, nou dat gaat niet zonder haperingen deze keer want de ketting raakt drie keer vast onder het nestwiel, en dan moet de hamer erbij komen om de boel er weer ondervandaan te meppen.

   Onze ankerplaats bij Schleimunde.

Om halfelf varen we vanuit de plek waar we lagen de vaargeul weer binnen, en vlakbij de riviermonding hijs ik het grootzeil omhoog, en varen we de Oostzee weer op, er staat een flinke deining voor de monding en de motorsailer die voor ons vaart, maakt nogal wat bokkesprongen voor hij onder zeil is, en ook wij huppelen behoorlijk over deze kleredingen heen.
Eenmaal op koers trekken we de Genua erbij en met deze Oostenwind van 16 knopen maken we 6 knopen over de grond.
Zoals ik het nu kan bezien, is het hele stuk bezeild, maar dan moet de wind geen strapatsen uithalen.


Er is behoorlijk wat vaart op het water en we moeten twee keer uitwijken door een stuurboord bakboord regel, maar de wind blijft nog steeds uit de goede hoek komen, alleen de kracht word een beetje jojo,en.
Het is een prachtige zeildag en we genieten er dan ook met volle teugen van, het kan eigenlijk niet beter dan zoals het nu is.


De verheid is 26 mijl, en wanneer we het Kielerfjord invaren word het min of meer voor de wind en ook is de wind beneden de 10 knopen nu.

   Laboe de eerste jachthaven die we tegenkomen.

We komen om vier uur bij de sluizen aan, en starten de motor en gooien de Marilena met de kop in de wind en strijken vervolgens het grootzeil, we hebben er wel wat moeite mee omdat we vergeten waren de giek uit de midden te zetten, en daardoor kunnen we er niet goed bij om het zeil op de giek te leggen en dus stagneert het daardoor een beetje.
Nadat we de giek naar één kant hebben getrokken, gaat het bijna vanzelf en varen we even later naar de wachtplaats voor schepen die door het Kielerkanaal willen.
Het is er niet druk, en we maken vast aan de lange steiger aan het einde, daar kun je tenminste een nog beetje fatsoenlijk aanmeren.
Alle steigers zijn eigelijk totaal ongeschikt voor jachten om aan te meren, en daar mochten ze nu ze de sluizen toch een grote opknapbeurt geven ook wel wat aan doen.
We maken meteen maar even schoon schip en leggen de huik over het grootzeil,en terwijl we daar mee bezig zijn komt er een echtpaar aan waarvan de manlijke helft vraagt waar ik onze buiskap van heb gemaakt.
Ik leg hem uit hoe de vork in de steel zit, en hij vind het model erg goed bij de boot passen, en op Aafke,s vraag hoe hij de kleur vind is het antwoord, mooi.
Na wat gedronken te hebben en ons wat te hebben opgefrist, gaan we om boodschappen de stad in
we weten van vorige keren nog wel ongeveer waar de supermarkt is, maar ik moet toch even google'en om hem te vinden.
Als we daarna terug bij de ingang van de steiger zijn worden we aangesproken door een schipper van een Zweedse jacht die ik al had gespot toen we er langs liepen.
Hij vraagt of wij Engels spreken, en ik antwoord van "Yes i speak Englisch".
Er ontstaat een heel gesprek, en hij zegt dat hij oorspronkelijk uit de Caribieën komt en nu vanuit Zweden met nog twee maten, en een klein hondje daar weer naar toe wil zeilen.
Hij heeft veel vragen, en op de meeste ervan heb ik wel een antwoord, en nadat hij er achter is gekomen dat ik uit Nederland kom wil hij graag weten hoe hij de staande mast route moet nemen, en dat kan volgens hij heeft horen zeggen vanaf Cuxhafen.
Nou ik help hem gauw uit de droom en zeg dat dat niet mogelijk is met staande mast, en dat hij daarvoor via Delfzijl of Lauwersoog moet, en dus pas in Nederland met een staande mast binnendoor kan.
Hij vraagt of ik hem op de kaart kan laten zien waar hij dan langs moet, ik zeg jazeker kan dat, en hij laat ook merken dat hij geen goede kaarten heeft van de Nederlandse kust.
Ik zeg dat ik mischien nog wel een oude kaart voor hem heb, en die mag hij wat mij betreft ook wel houden.
Maar ik zeg dat wij nu eerst een hapje willen eten, en dat ik straks wel even bij hem langskom om hem op de kaart te laten zien waar hij langs moet.
Dan vraag ik hem, of de nieuwe automaat die hier staat de betaalterminal is voor het Kieler kanaal, en hij zegt ja daar heb ik zojuist al mijn betaling mee gedaan.
Deze automaat is de nieuwe manier om het sluisgeld en de doortocht van het kanaal te betalen, voorheen moest dat cash bij een kiosk op het sluizenkomplex, maar de laatste drie jaar was het om verschillende redenen niet mogelijk om te betalen, en was het dus gratis.
Na een folder te hebben meegenomen om het te bestuderen lopen we terug naar de boot, waarbij ik ook nog eens plat in het gangboord donder, omdat ik met mijn schoen achter de reling bleef hangen.
Gelukkig kom ik met de schrik vrij, en mankeer ik niks, maar voel het wel, en zal morgen hier en daar wel een blauwe plek krijgen.
Aafke heeft al snel wat op tafel staan, en het toetje doen we straks wel, eerst moet de rubberboot uit het water en weer voor op het dek, nadat ik de grootzeilval aan de treklijn heb vastgemaakt draai ik de boot met de vallier omhoog en Aafke zorgt er voor dat hij in het gangboord komt te staan schuin tegen de giek aan.
Tjonge jonge wat zit daar een lading eendemosselen onder zeg, het wil er gelukkig goed vanaf, maar vervelend genoeg blijven er wel wat witte rondje,s op het rubber achter, enfin dat zien we morgen wel weer.

   De vieze troep onder de rubberboot.

Aafke gaat verder de rubberboot van binnen en van buiten kuisen, en ik loop met een paar oude kaarten Waddenzee Oostblad en Westblad uit 2012 naar de Zweedse boot toe, daar aangekomen word ik door Igor, want zo heet de schipper uitgenodigd aan boord te komen en ze bieden mij een glas Bacardy Cola aan en die kan ik moeilijk afslaan.
Ik leg Igor uit hoe hij de staande mastroute kan volgen vanaf Borkum de Eems op, en via Delfzijl en Groningen en daarna via Zoutkamp naar het Lauwersmeer om vervolgens via Dokkum en Leeuwarden naar Harlingen te varen, en vandaar verder via het wad naar Den Helder.
Hij wil foto,s maken van de kaarten, maar ik zeg dat hij de kaarten mag houden, en wijs hem er op dat ze oud zijn, en dat hij zoveel mogelijk op zicht moet navigeren, omdat zandbanken zich steeds verplaatsen, maar dat de geulen goed betont zijn.
Ik wens de Schipper en zijn bemanning een goede en behouden vaart toe, en zeg dat ik nog even een aantal dingen moet regelen voor onze doortocht van het Kieler Kanaal.
Na ze alle drie de hand te hebben geschud, ga ik met Aafke die net aan komt lopen met een lege yerriecan om water te tanken bij het douchegebouw, naar de betaalautomaat voor het sluisgeld en koop daar voor € 18,= een ticket.
Het valt me mee, dat het niet duurder is geworden, dus dat is weer een meevallertje.
Terug op de boot spoelt Aafke de binnenkant van de bijboot nog eens goed schoon, en leggen we de boot neer op het voordek en daar bind ik hem vast want die dingen waaien je zo van het dek af als ze niet goed vastgebonden worden.
Dan ga ik nog even de vijftig liter diesel in de tank gieten die ik nog als reserve in de bakskist heb staan, en berg dan alles weer netje,s op, en dan is het ook alweer bijna halfelf, dus tijd om te stoppen.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten