Ook de andere schepen zijn of al weg of ze maken aanstalten om te vertrekken.
Wij willen eerst nog wel even dieselole halen in onze yerriecans, en ook nog even wat spiritualieën halen hier bij de winkel dichtbij de haven, want daar krijg ik nog steeds rabat omdat ik hier al jaren klant ben.
Eerst hijsen we met een lijn de yerriecans naar boven, en gaan dan de trap op, het is nu laagwater en dan is het een hele klim om boven te komen.
Bij Rickmers aangekomen zet ik de cans bij de pomp en loop naar binnen, waar ik aan de vrouw bij de kassa vraag om diesel, ze wijst naar de man die aan de andere kant van de winkel bezig is, en zegt dat die met mee meegaat en dat zij alvast de pomp aan zal zetten.
Als ik met hem bij de pomp aankom bekijkt hij mijn cans en zegt dat hij eigenlijk geen diesel meer in deze cans mag doen, want volgens hem zijn ze minstens 20 jaar oud, ik zeg dat zou best eens zo kunnen zijn en vraag hem wat het probleem is.
Hij zegt dat cans niet ouder mogen zijn dan 10 jaar, en dat de opening niet groter mag zijn dan 4 cm en ook moeten ze een Europees keurmerk hebben, en wanneer de schiffartspolizei mij aanhoud en er achterkomt dat hij zijn dieselolie in deze cans heeft getankt, dan krijgt hij een boete van € 500,=
Hij zegt dat hij het deze keer nog door de vingers ziet, maar een volgende keer niet weer.
Nou daar hebben we dus weer mazzel mee, ik had nog wel genoeg diesel in de tank, maar van Aafke moest ik ze als reserve vol maken want we zijn al eens eerder binnengekomen hier op Helgoland vanaf Thyboron en toen hadden we nog maar ongeveer 1 liter in de tank en niets meer op reserve en dat wil ze niet weer meemaken, en daar heb ik alle begrip voor.
Na de diesel naar de boot te hebben gebracht, en ik ze één voor één naar beneden heb laten zakken aan onze bulletalielijn, gaan we naar de drankwinkel toe en jammer genoeg hebben die geen schinkenhäger meer in de handel en dus nemen we in plaats daarvan maar een ander merk limonade mee.
Na ook dit weer met het touw te hebben laten zakken, beraden we ons nogeens of we wel gaan vertrekken, want het is nu opeens weer hondeweer geworden terwijl het gelukkig net even droog was toen wij de dieselolie en de drank aan het halen waren.
Nadat we er nog eens goed over hebben nagadacht, nemen we het besluit om toch nog maar een dag te blijven, want het zal morgen zonnig weer worden, en ook de golfhoogte die nu nog 1,60 is gaat dan naar 1.20 en de wind gaat morgenmiddag pas naar het zuidwesten en dat is minder mooi maar dan maken we maar een slag meer, want om de hele dag in de miezerige regen te staan daar heb ik geen zin in.
We hadden ons al enigzins voorbereid, en gaan nu maar weer verder waar we mee bezig waren, en dat houd in dat we gaan lezen ik in ieder geval wel, want ja de dag moet weer om.
Als de regen weer overgaat naar motregen, gaat Aafke nog eens bezig om de kalkresten van de rubberboot af te krijgen, eerst met een mesje en als ik haar erop attent maak dat het mischien ook wel met kalkverwijderaar wil gaat ze dat ook even proberen maar dat moet eerst wel even inwerken denk voordat de kalktroep loslaat.
S,middags gaan we als het weer wat is opgeknapt nog even een slag over het eiland om o.a. Bramen te zoeken, en ook lopen we even bij de havenmeester langs om een dag te verlengen.
Bij het havenkantoor aangekomen blijkt die er vanmiddag maar één uurtje is n.l van 16:00 tot 17:00.
En het is nu kwart voor drie, en gaan het dan vlak voor vijf uur wel weer proberen.
We lopen eerst nog even alle drankwinkels langs om te zien of er iemand nog Schinkenhäger heeft, maar niemand verkoopt het meer deelt een winkelier mij mee, want ze hebben het nu alleen nog in 0,7 ltr flessen en die zijn duurder dan de litersflessen die er voorheen waren en dus koopt niemand dat meer en zij willen het dus ook niet meer in de schappen hebben. Ja das ist schade zeg ik nog.
Onze speurtocht naar bramen levert niets op, want waar we ook komen ze zijn allemaal verdroogt hier doordat er zo weinig regen is gevallen deze zomer.
Op het laatst lopen we maar weer terug naar de haven want we hebben nog maar een halfuur voordat het havenkantoor sluit, eerst lopen we via de weg die nogal steil naar boven gaat naar het Oberland toe, en komen hoe is het mogelijk halverwege de helling de havenmeester van Cuxhafen tegen.
We kijken elkaar aan, en hij zegt tegen mij ken je mij nog? Ik ben de hafenmeester van Cuxhafen en ik zag het ook meteen dat hij het was. We shake hands en ik zeg natuurlijk ken ik u nog, want hij lijkt verassend veel op de broer van Siep Schotanus uit Westergeest dus dat gezicht had al iets bekends voor mij.
We lopen snel door, en beginnen even later aan de afdaling naar het Unterland en daar zien we opeens een lange rij Bramenstruiken en die zijn rijp, en dus gaat Aafke zich daarop concentreren en ik ga naar het havenkantoor en kom daar aan om kwart voor vijf, er zit nu een vrouwlijke havenmeester en ik zeg dat ik nog een nacht blijf en noem de naam van de boot.
Eerst dacht ik dat ik geen kûrtaks hoefde te betalen, maar mooi niet dus en ik reken 18,50 euro af.
Dan loop ik nog even naar de drankwinkel tegenover die van vanmorgen, en vraag of die mischien nog Schinkenhäger te koop hebben, de vrouw achter de toonbank gaat even kijken, maar schud haar hoofd en zegt jammer genoeg niet, nou zie ik toevallig twee kruiken oude Bols Genever staan en dus neem ik die maar mee.
Ik loop weer terug naar de boot, maar Aafke is er nog niet, en dus ga ik alvast de trap af met mijn stenen kruiken, en dat valt niet mee maar ik kom heelhuids en met ongebroken kruiken op het ponton terecht, en stap vervolgens via het opstapje op de boot, en zet de handel alvast klaar voor Aafke om op te bergen.
Ik zit nog maar net of ik voel dat Aafke op de boot stapt, en ze komt met een broodtrommeltje vol met bramen naar binnen, dus hebben we vanavond weer iets lekkers op onze toetje's.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten