pageviews

dinsdag 6 augustus 2019

Zondag, Maandag, en (Dinsdag)achter het anker.

Nadat we Bogense hebben verlaten zijn we drie keer voor anker gegaan, n.l eerst bij Æbelø, daarna bij Korshavn en daarna bij het eilandje Romsoe.
Bij Æbelø waren we toen we aankwamen  eerst voor anker gegaan, maar na daar tien minuten te hebben gelegen kwam er één van de daar liggende moorrings vrij en zijn we snel ankerop gegaan om vervolgens vast te maken aan de moorring.



De hele bemanning, behalve de schipper gaat dan met de bijboot en het supboard aan wal en gaat op verkenning uit, ze ondekken door de geur direct al drie dooie zeehonden en gaan daar met een boog omheen, ze blijven wat bij de vloedlijn lopen en zoeken net zoals anders naar stenen, en die liggen in heel Denemarken in overvloed langs de kustlijn.



Tegen zessen komen ze terug van hun expeditie, en komen ze weer aan boord, en gaan we de door Aafke gemaakte warme maaltijd gebruiken buiten in de kuip en daarna gaat de jeugd naar bed toe.
De volgende dag gaan we om 10 voor elf losmaken van de gele boei, en varen we naar een verderop gelegen baai toe, die aan alle kanten is beschut tegen wind en golven n.l Korshavn het is een kleine haven, en wij kunnen door onze diepgang niet aan een steiger gaan liggen, maar dat vinden we helemaal niet erg want er is plek genoeg om voor anker te gaan.



Wanneer we om kwart voor drie de baai invaren, ligt er nog maar één Duits jacht achter z'n spijker en wij gooien ons anker ruim naast hem in het 4 m diepe water en liggen meteen vast.
Het is hier een prachtige plek in deze ronde baai en al snel gaat de bijboot richting wal met de Fam Oud, en blijven Aafke en Ikzelf alleen achter.
Tegen zessen komen ze weer terug aan boord, en gaan we gelijk een broodje eten, en wanneer dat achter de rug is gaan de kinderen vroeg naar bed.
John en Marina vertrekken even daarna weer met de rubberboot en wandelen vervolgens gedeeltelijk het schiereiland langs de kust over de stenen die daar liggen.
Het begint al wat donker te worden als ze weer terug komen naar de boot, en ik hang gelijk het ankerlicht maar achter aan de giek, zodat we rondom goed zichtbaar zijn.
Na allemaal lekker te hebben geslapen, gaan we de andere morgen tegen elf uur richting onze derde ankerplaats, en dat is het eerste stuk tegen de wind in die met 20 knopen uit het westen komt.
Uit voorzorg hadden we de vouwfietsen al in een paar zakken gedaan ter bescherming voor overkomend buiswater, en dat was maar goed ook, de eerste de beste dikke golf veroorzaakte al gelijk een flinke sproeier over het dek en het dekhuis heen.
Gelukkig bleef het bij die ene keer, en zodra de koers het toeliet gingen we stuurboord uit met 90 graden en was het halve wind varen wat behalve wat geschommel geen sproeiers meer veroorzaakte.
Eenmaal om de kop van het schiereiland heen konden we rechtstreeks koers zetten naar onze derde ankerplaats bij het eiland Romsø, wat nog wel bijna 10 mijl varen was, en we kwamen daar om een uur of halfdrie in de middag aan, en gingen op zoek naar een moorring die hier aan drie van de vier zijden bij het eiland moesten liggen.
De voor ons gunstigste  positie was aan de Oostkant, want de wind hier was westelijk, maar er stond een vervelende deining uit het Noorden en de moorring die daar lag zat wel heel erg dicht bij de kust tussen de 4 en de 2 meterlijn.
Toch zijn we een poging gaan wagen en ook hebben we even vastgelegen aan het gele apparaat, maar die deining zat mij niet lekker, en dus roep ik tegen Aafke en John die allebei op het voordek staan dat ze los moeten gooien omdat ik het geen strak plan vind hier zo dicht onder de kust in ondiep water te blijven liggen.
Door wat miscommunicatie gaat het niet helemaal zoals we graag willen, en raken we ook nog eens licht de grond, wat ik in eerste instantie beoordeelde als een dreun van de moorring tegen de romp, en daardoor achteruit ging varen, dit had tot gevolg dat John de lijn met haak niet meer kon houden en Aafke kon zo snel de lijn niet van de bolder loskrijgen.
Na wat geraas en gebald raken we toch los van het gele gevaar en varen we zonder brokken om de punt van het eiland om te kijken of daar mischien nog mogelijkheden zijn om vast te maken, helaas liggen hier de boeien ons te dichtbij de kant, en zetten we koers naar Kerteminde dat op 6 mijl van hier ligt.
Ondertussen kijken we nog wel om ons heen naar een eventuele moorring die hier langs de kant zijn neergelegd, maar die veel dichter aan de kant liggen dan er op de zeekaart staat aangegeven, en dus gaan we gewoon naar de haven toe, waar we aan het kanaal nog een plek vinden tussen een grote motorboot en een Catamaran.
De steiger is op dezelfde hoogte als de boot, en dus is afstappen een fluitje van een cent, of beter in dit geval een kroon dus.
Het duurt dan ook niet lang of de Fam:Oud reist af richting speelplaats, en ik sluit de Duitse spring aan, en doe het regenkleedje over het voorste luik want het sputtert een beetje, dan ga ik even langs de betaalautomaat en daar betaal ik 150 kr + 15 kr voor stroom erbij samen 165 kronen.


De Marilena is net te zien boven in de kruising van het hout en het ijzer van het anker.

Als de jeugd na het eten op bed is gebracht gaan John en Marina er nog even met de fietsen op uit en proberen ze om een rondje om het meer te maken, of ze dat voor het te donker word redden, dat hopen we dan maar en op één van de fietsen zit verlichting en het laatste stuk is zo goed ik weet op een fietspad.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten