Na even met onze buren te hebben gesproken, die zeggen dat ze nog een dagje willen blijven hier op Helgoland, zeggen wij dat we er nog niet helemaal uit zijn wat we gaan doen en eerst maar eens even naar Herr Habenmeister gaan om het weerbericht aldaar te bekijken en dat we dan ons besluit nemen wat te gaan doen. Bij het havenkantoor aangekomen kijken we eerst maar even op het grote bord waar de mededelingen hangen van het weer voor de komende dagen.
Voor vandaag geven ze west tot noord westen wind kracht 4-5 met uitschieters van 6-7 bft, en voor morgen ongeveer hetzelfde, vrijdag is er een stuk minder wind maar die komt dan uit oostelijke richting en dat is dus wind tegen stroom.
Aafke en ik overleggen even wat de beste keuze is, en we kiezen ervoor om nog vandaag te vertrekken met 1 reef in het grootzeil, en de Genuablokken zetten we een stukje naar voren en dus een kleiner oppervlak dan volledig.
Nu gaan we eerst nog even naar de drankwinkel om ,als ze het tenminste hebben een fles Zuiddam Jenever, na enig speurwerk in de grote drankstore zien we die nergens, en dus vragen we aan de uitbater, of hij er een heeft.
Nou dat heeft hij dus niet, maar wel een ander merk jenever waar we nog nooit van hebben gehoord.
Uiteindelijk vertrekken we met een fles Beefeater Gin de winkel, die is tenminste te drinken omdat het de enigste gin is die niet naar 4711 smaakt oftewel boldood au de Cologne.
Terug op de boot ga ik gelijk een reef in het grootzeil doen, en de schootogen zet ik ook meteen een meter naar voren, omdat we nogal wat heisa verwachten ruimen we alles zo goed mogelijk op en dan doen we eerst een bakje koffie.
De buurman en buurvrouw aan de buitenkant komen net terug van het douchen, en we zeggen dat we toch maar weggaan richting Cuxhafen en dat we over een halfuurtje willen losgooien.
Zij gaan daarna al snel in de weer, om hun lange lijnen naar de steiger eraf te halen, en ook wij beginnen ons voor te bereiden op reis van Helgoland naar Cuxhafen, we trekken geen pakken of zo aan, maar wel onze zwemvesten en verder onze warme vesten want de wind is nog wel fris.
Om twaalf uur zijn we zover en we maken samen met de buren hun lijnen los, en die gaan nu even een rondje varen om daarna weer naar de plek waar wij lagen aan te meren.
Wij gaan nu ook losgooien, maar onze stuurboordbuurman is blijkbaar niet zo behulpzaam, en mijn plan om vooruit weg te varen gaat hem niet worden, en ik ga daarom maar snel achteruit en dat gaat allemaal net goed, mede dankzij de te hulp springende buurman die zijn bezit nu wel opeens de moeite waard vind om te beschermen.
Als we naar de voorhaven varen om het grootzeil te hijssen, komt er natuurlijk zoals altijd weer net een groot schip op de havenmonding af, en dat word dus nog even wachten tot die voor ons langs de binnenhaven is ingevaren.
Nu zijn wij aan de beurt en met Aafke aan het roer loop ik naar voren om de zeilbinders los te maken om het zeil te hijssen, als ik daar dan mee bezig ben hoor ik opeens Aafke schreeuwen die mij aanduid dat er nog een zeilbinder vastzit, zo en sprint ik daar op af om die snel los te maken, wat na enig gepruts lukt, nu snel terug om het hijsklusje af te maken en net als dat is gebeurt komt er verdorie ook nog weer een schip met passagiers de haven binnen varen.
Nadat die ons is gepasseerd kunnen we eindelijk de haven uit en op koers gaan liggen naar de Elbeingang.
De wind zit voor die koers precies achter, en we laten de Genua maar mooi opgerold zitten tot we een eindje verder zijn, want het is hier nogal onstuimig zoals de meeste keren dat ik hier was, en dat zijn er vele.
Eenmaal een mijl of drie verder besluiten we om maar alleen op het gereefde grootzeil door te varen, want anders zijn we veel te vroeg daar, en krijgen we de stroom tegen en dat geeft een nogal wat steile golfslag.
Het is nu opletten geblazen want er staan zo nu en dan flinke golven, die ons van achter oplopen en ons als je niet snel genoeg tegenstuur geeft behoorlijk uit de koers kunnen laten lopen, en we zitten nou niet echt op een klapgijp te wachten.
Aafke en ik spreken af dat we in het vervolg gelijk een bulletalie op de giek zetten zodat we daardoor ongecontroleerd gijpen kunnen voorkomen.
We lopen nu met deze wind die erg in sterkte wisselt zo ongeveer 5,5 knoop, en dat is precies de goede snelheid voordat we stroom tegen krijgen.
Ondertussen zien we dat er een zestal ankerliggers zijn in het daarvoor met gele boeien aangegeven gebied, en ook zien we er eentje wegvaren, toch mooi dat je dat allemaal op de plotter kunt zien dankzij AIS.
Om ongeveer halfdrie zijn we op het punt dat ik op de kaart had gezet en waar we net op het randje van de rode boeienlijn zitten en daar kunnen we mooi langsscharrelen tot we op een punt zijn waar we snel over kunnen steken naar de groene boeienkant.
Helaas duurt dat nogal wat lang want er zijn nogal wat schepen die de Elbe afkomen, en dus moeten we maar even doormodderen in deze heksenketel van een klotsbak.
Gelukkig is de Marilena ondanks zijn laag vrijboord een droge zeiler, en krijgen we geen of haast geen water op het dek soms een paar sputters maar dat mag geen naam hebben.
Omdat de Elbe steeds wat smaller word zie ik aan de andere kant van het vaarwater een jacht varen, die ik ook al had gespot op de plotter, het is het jacht” Leya “
Ook 12 bij 4 meter groot en ook met alleen het grootzeil op, we zeilen precies even snel, en een uurtje later, nadat we zijn overgestoken zitten we zo’n halve mijl achter ze en dat zal zo blijven tot we bijna in Cuxhafen zijn doordat zij in een moment van niet opletten een klapgijp maakten en nu het grootzeil over stuurboord hebben staan en dat kan niet zo blijven want het vaarwater gaat zo meteen meer naar stuurboord toe.
Een mijl verder is het zover en zie ik ze een stormrondje maken om het grootzeil weer aan bakboord te krijgen, en door die manoeuvre lopen we iets op hen in.
We kunnen nu echter de Genua erbij zetten en gaan op hen inlopen maar ook zijn we nu dichtbij Cuxhafen en opeens draaien ze hun rolgrootzeil in de mast starten de motor, en varen richting jachthaven, omdat er nog altijd veel stroom meeloopt besluiten wij om door te zeilen naar Brunsbüttel en dat is nog zo’n
15 mijl en de stroom loopt ondanks dat het al hoogwater is nog wel twee uur door, en dat moet kunnen.
Dichtbij Cuxhafen valt de wind wel behoorlijk weg omdat we min of meer in de luwte komen, maar even later lopen we soms wel negen mijl over de grond en zijn om halfnegen ongeveer tegenover de sluis waar we snel oversteken naar de rode boeienkant om daar met de kop in de wind het grootzeil naar beneden te doen, en Aafke daarna het stootgaren en de landvasten alvast begint op te hangen en klaar te leggen en ik snel naar de sluis vaar, want ik had er drie jachten die kant op zien varen.
Ook zie ik tot mijn vreugde dat het witte licht knippert en dat betekend dat jachten de sluis mogen binnenvaren.
Aafke hoeft gelukkig geen halsbrekende toeren uit te halen bij het vastmaken van de lijnen op de drijvende vlotten die daar liggen, en die met het water op en neer gaan, want iemand van de boot voor ons neemt haar spring aan, en ook de voorste lijn doet hij en ik kan nu rustig afstappen en de achterlijn vastmaken.
De deuren gaan al dicht en we zakken zo,n twee meter naar beneden en om negen uur varen we alweer de sluis uit richting jachthaven waar we na enig zoeken vastmaken aan een motorjacht van ongeveer 11 m daarbij geholpen door de vrouw van de schipper.
Nu nog even alles opruimen en het zeil even wat netjes opdoeken en dan is het 21:30 dat wij toe zijn aan een blonde rakker.
Onderweg had Aafke al aardappelen gekookt, en een salade erbij gemaakt, en we hadden ook nog twee rundervinken in de vriezer liggen die we erbij hebben opgepeuzeld, al met al waren we wel weer 9 en een halfuur onderweg geweest en na ons biertje zoeken we gauw ons kooi op.
Dit mooie scheepje lag voor ons in de sluis en een van de bemanningsleden heeft ons even geholpen bij het aanmeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten