Eenmaal op het Kielerkanaal aangekomen, is er allemaal verkeer en wij sluiten ons ook maar aan bij de rest van het scheepvaartverkeer van of naar Kiel.
Zo nu en dan valt er een spatje regen, maar gelukkig blijft het daarbij.
Voor ons uit zie ik twee jachten met de rolfok uit, en dat kan mooi met deze wind, alleen komt de wind recht van achteren zodat de fok eigenlijk niet weet aan welke kant hij moet staan, wij moteren eerst nog maar even door want bij 12 knopen wind gaat het mischien wel lekker, maar je moet er erg geconcentreerd voor zijn met de wind zo op de kont.
Wanneer dan de wind gaat toenemen tot 24-26 knopen rollen ook wij de Genua voor driekwart af en gaat de motor uit.
Nu lopen we boven de zeven knopen, en dat is sneller dan op de motor, maar het is erg lastig om de boot op koers te houden en het is ook oppassen met de overstekende veerponten hier en daar.
Omdat het hier op het kanaal niet echt rechtuit loopt moeten we regelmatig van kant wisselen, de windkracht is ook heel erg jojoachtig want soms waait het 12 en even later 26 knopen en dan is het wel even houden en keren.
Na eerst een twee uur te hebben gemoterd, en daarna zo'n twee uur te hebben gezeild word het weer wat minder met Aeolis en doen we de motor maar weer op 2000 rpm en dat gaat zo door tot aan de sluis bij Kiel, waar we een ticket moeten kopen voor 35 euro aan transitkosten voor het kanaal.
Dat scheelt wel weer in de portemonee, want vroeger voor dat de betaalautomaten er waren betaalde ik 18,50 euro voor de doortocht van het kanaal.
Toen we bij de sluis aankwamen waaide het tussen de 24 en de 30 knopen dat is windkrcht 7 baufort en nog een beetje, het viel dan ook niet mee om voor het ticketponton aan te meren, tussen twee schepen in, en de eerste keer mislukte het omdat we niet dicht genoeg bij de kant konden komen en dus maakten we nog maar eens een rondje om goed uit te komen en nu lukte het dus wel, gelukkig stonden er twee schippers klaar om ons te helpen.
Terwijl wij nog bezig zijn, komt het bootje dat in het begin steeds voor ons zeilde ook naar het ponton toe, maar hij komt nu uit richting van de sluis en wil nog voor ons gaan liggen, nou dat gaat natuurlijk niet goed, want ze hebben hun fenders veel te hoog hangen en de lijntje's die ze hebben zijn veel te dun en ook nog eens veel te lang.
Ik roep Aafke en dus staan we allebei klaar om ze op te vangen en ik wijs naar de fenders bij onze boot, en nu valt er zeker een kwartje want de matroos die al klaar staat met haar lange dunne lijn schrikt, en laat alles vallen om de fenders te verhangen.
Nou dat haalt ze dus niet, en terwijl wij de boot proberen in het gareel te houden en de fenders tussen ponton en plastic te krijgen reikt ze mij een schoot aan i.p.v een landvast, enfin uiteindelijk lukt het ons om hun steigerend ros onder bedwang te krijgen en wij worden heel hartelijk bedankt voor de hulp.
Ik wijs de schipper nog even op de ticketmachine maar hij zegt die heb ik al betaald bij de sluis in het Gieselaukanaal, en nu snap ik ook waarom hij bij de sluis vandaan kwam hij dacht dat hij er zo in kon varen natuurlijk omdat hij al een ticket had maar ze hebben hem hier heengestuurd om te wachten.
Nou dat wachten duurt niet lang want ik hoor over mijn handmarifoon dat we de sluis mogen binnenvaren, het vervelende is nu dat de schepen die uit de sluis komen en die nog geen ticket hebben hier naar toe komen en wij nog niet klaar zijn om onze plek hier aan het ponton te verlaten, wat uiteraard gevaarlijke situatie's oplevert, te meer omdat hier vlak voor ons ook nog eens om de haverklap een veerbootje vertrekt die daar tussendoor wroet.
De Duitsers zijn erg goed in het scheppen van lastige situatie's, want toen ik dit vorig jaar de eerste keer zag had ik gelijk al in de gaten dat dit problemen zou geven, ten eerste is er te weinig ruimte om aan te meren en het pontje is een gevaar hier op het water doordat hij schuin door de koers van komende en gaande schepen heen moet, en ook het ponton zelf is veel te laag op het water, wat bij het aanmeren moeilijkheden opleverd en ook moet je van de boot af en dat is voor veel oudere mensen een te hoge stap als je dan in het hokje van de automaat bent, kun je alleen betalen met munt en papiergeld terwijl er wel een betaalterminal in zit voor bankpasje's, helaas doet dat prachtige ding het niet.
Ze lopen hier zo te zien tien jaar achter wat innovatie betreft, want je kunt nu al bijna overal contactloos betalen met je bankpas waarom wel in de supermarkt en alle andere winkeltje's en niet bij het NOK.
Bij het invaren van de sluis roept de sluismeester dat we helemaal voorin moeten gaan liggen, en dat doen we dus braaf, bij ons gaat het door ervaring goed, maar bij de mensen van het bootje gaat het helemaal niet goed en moeten Aafke en ik er snel bij zijn om ons en hun van schade te vrijwaren, want hun fenders liggen niet op het water, en dat moet wel want anders poppen ze gelijk omhoog en gaan ze als een zeehond op het ponton liggen.
De ringen waar de lijnen door moeten worden gehaald om de boot vast te leggen aan het ponton zijn moeilijk te vinden voor iemand die daar voor het eerst komt, en dus ben jezelf een bolder op het ponton die niet aan datzelfde ponton vast zit, en geloof mij!. met 30 knopen wind houd je er niks aan.
Gelukkig krijgen we het zaakje onder controle met ons vieren en ze lopen al weer over van dankbaarheid dat wij ze hebben geholpen, nou dat spreekt voor zich, want we zijn op de wereld om elkaar om elkaar te helpen nietwaar.
Als de sluisdeuren opengaan, worden we gemaand om zo snel mogelijk de sluis uit te varen terwijl dat met deze wind op de kont, en een sluisdeur die nog maar voor een kwart is geopend is in mijn ogen niet erg verstandig.
Wij volgen dus het advies van de sluismeester maar op, en verlaten de sluis om vervolgens een plekje te zoeken aan de steiger die daar aan de kade ligt, we hebben geluk want er zijn nog wel een aantal plaatsen beschikbaar.
Een deel van de steigers is niet meer bruikbaar omdat er geen planken meer op liggen en er is ook geen verbinding met de wal.
Het aanmeren is hier altijd een beetje lastig want je kunt alleen je fenders tegen de ronde stalen palen met een erop vast gemonteerde verticale plasticbalk horizontaal neer hangen, dat dit dus enige tijd duurt is logisch, maar als je de voor en achterspring goed hebt is het een fluitje van een cent.
De andere steigers die er waren, daarvan staan alleen nog de geraamten en de planken om er op te lopen zijn verdwenen waardoor die onbruikbaar zijn geworden, al met al is het hier een armoedig zootje zo langzamerhand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten