Het ging allemaal redelijk goed, alleen hadden we de houten vloerdelen waarvan er drie zijn, twee ervan er verkeerd om ingedaan, en dat hield in dat we alle compartimenten weer leeg moesten laten lopen om de delen om te draaien.
Achteraf viel het ons mee, want we wisten hoe het moest, ook moesten we ons behelpen voor wat betreft de voetpomp, want die hebben we helaas niet bij ons, wel hadden we een elektrisch pompje waar je luchtbedden mee op kunt pompen, en dat werkte prima maar we moesten om de boot goed op druk te krijgen nog wel het handpompje gebruiken waar we normaal de fenders mee oppompen.
Vandaag waren we redelijk op tijd uit onze kooi, en na het ontbijt hebben we eerst de bijboot stevig op het voordek vastgemaakt, om te voorkomen dat er door de het op en neergaan van de boot er lucht onder kan komen waardoor hij overboord zou kunnen waaien.
Dan gaan we de spijker waar we achter liggen er proberen uit te krijgen, na de motor te hebben gestart en op 1500 rpm te hebben gezet, begin ik te lieren totdat ik op een punt kom dat de ketting loodrecht naar beneden staat.
Het anker zit goed vast, want ik kan hem door aan de ketting te trekken met de lier, en ook met de hand er geen beweging in krijgen, en dus moet Aafke hem er maar uitvaren, en dat lukt zonder problemen.
Ik ga verder met lieren tot het anker boven komt, en laat hem dan een paar keer in en uit het water komen om de klei er van af te krijgen.
Intussen vaart Aafke alvast naar de geul waar we doorheen moeten naar zee, het is nu net halfelf geweest, en nadat ik het anker min of meer schoon heb, en heb gezekerd, ga ik eerst de prut van mijn handen afwassen.
Om kwart over elf zijn we bij de verkennerboei aangekomen, en rollen de genua af.
De wind is tussen de drie en vier bft, en is pal Oost en dat betekend voor onze koers van 20 graden naar Fynshav halve wind.
We maken alleen op de genua met 14 knopen wind, tussen de 7 en 8 knopen snelheid door het water, en over de grond 6,5 dus we hebben een beetje stroom tegen.
Omdat ik gezien had op de kaart dat er aan de zuidelijke kant van het eiland Aerö een ankerplaats was gaan we daar eerst eens even kijken hoe beschut of dat daar is, en als dat niet het geval is, dan zeilen we door naar Fynshav op het eiland Als.
Eenmaal daar aangekomen blijkt het mij toch te onbeschut om er de nacht onder anker door te brengen, en vervolgen we onze reis richting Fynshav.
Het is nu twee uur, en de verheid naar Fynshav is 9 mijl, omdat we nu geen halve wind meer varen, maar min of meer voor het lapje gaat het ook minder snel, en ik schat onze ETA op kwart voor vier.
Vanuit de verte zie ik, dat er al een aantal schepen aan de gastensteiger ligt, en dat is jammer want John en Marina komen hier Donderdagavond laat bij ons aan boord, en dan is het lastig om aan boord te komen met alle spullen en drie kinderen als we met twee of meer schepen dik liggen aangemeerd.
Als we dichter bij zijn gekomen, vrees ik dat we niet aan de kant kunnen liggen, en inderdaad als we om 20 voor vier de haven binnenlopen, moeten we dus dubbel liggen.
We meren aan naast een Duitse motorboot, en dat gaat zoals het in het boekje staat aangegeven.
Er liggen nu met ons erbij, acht jachten aan de passantensteiger, waarvan twee nagelnieuwe Jeanneau's één van 39 voet, en ééntje van 54 voet.
Ook ligt er een vreemd eigengebouwd pieremegoggel, waar ik maar niet tegen aan ben gaan liggen.
In deze haven lig je mooi beschut tegen de soms harde Oostenwind, maar dat komt in de zomer bijna nooit voor, over het algemeen is de wind hier West tot Noordwest.
Na schoon schip te hebben gemaakt, ga ik eerst maar een blonde rakker naar binnen gieten, om de goede en behouden aankomst te vieren.
Aafke houd het bij een Sonnema beerenburgje, ondertussen hebben we onze Duitse spring ook al weer aangesloten, zodat we nu weer onze telefoons, en de Ipad weer eens goed op kunnen laden.
Het is nu onderhand tijd om de havenmeester een bezoekje te brengen, en dus ga ik met mijn portemonee richting havenkantoor, daar aangekomen, lees ik dat de beste man er is tussen 18:00 en 19:00 uur maar je kunt ook een envelop met het verschuldigde bedrag door de brievenbus doen met je naam en lengte van de boot er op vermeld.
Net als ik daar aan zal beginnen, komt de havenmeester er aan, en ik vraag hem of ik ook nu direct bij hem kan betalen want het is nog geen 18:00 uur.
Ja dat is geen probleem zegt hij, en als ik hem vraag of ik ook kan pinnen antwoord hij bevestigend.
Dus ik pin voor twee nachten het havengeld, a raison van 140 Dkr per nacht, zonder toeristenbelasting zoals ze dat bij ons gewend zijn. 140 Dkr is 18,85 euro.
Als ik bijna weer bij de boot ben komt er een trimaran de haven binnenvaren, het is een Nederlands schip, en ik vermoedt dat hij tegen het pieremegoggel achter ons gaat aanleggen.
Omdat ik daar nog geen mens op heb gezien, zeg ik dat tegen hem, en ik merk dat hij maar alleen is op de boot, en ook dat deze knaap zich wel red met het aanmeren.
Er komt trouwens ook net een vrouw aangesneld van één van de boten die achter de pieremegoggel liggen, en die pakt van hem al een lijn aan.
Het was vandaag een mooie zeildag, met een constante wind en veel zon, maar morgen, en de dagen daarop zullen bewolkt en regenachtig zijn, met veel kans op onweer.
Laten we hopen, dat het allemaal een beetje meevalt want op een boot te zitten met drie kleine kinderen die geen kant op kunnen is niet zo leuk, we zullen ons best doen om ze bezig te houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten