Als ik wakker word deze morgen, en een blik op mijn horloge werp zie ik dat het 06:30 uur is, wanneer ik dan uit onze patrijspoort kijk ziet het er nog niet zo rooskleurig uit als ik gehoopt had, en met een diepe zucht ga ik maar weer liggen, en ga afwachten tot de wekker om halfacht afgaat.
Na nog een uur wat gedommeld te hebben, is ook Aafke wakker geworden van onze rinkelende vriend, zeg ik tegen haar, wat doen we?, zij zegt na ook een blik uit het raam te hebben geworpen, we kunnen ook nog wel een paar dagen hier op het meer blijven!.
Na enig wikken en wegen zeg ik, kom op we gaan met die banaan, en dus jumpen we uit onze kooi en beginnen de dag met wassen, aankleden, eten, en dan gooien we los en varen richting sluis.
Als we bijna bij Oostmahorn zijn zien we gelukkig de bui al aankomen, en als de gesmeerde jeweetwel doen we onze regenkleding aan, net op tijd zijn we er klaar voor, en staan we in de stromende regen.
Nou dat begint al goed vandaag, maar als we bij de sluis zijn aangekomen is de bui ook al weer over.
Er liggen al vier boten te wachten, en dus is er geen ruimte meer aan de steiger, en blijf ik maar een beetje omparlevinken.
Het is twee uur voor hoogwater, en dus duurt het schutten wel even want toen wij aankwamen was er ook al een schutting gaande en dan komt er nog eentje van de andere kant, en dan is het om kwart voor tien zover dat we aan de beurt zijn, en we passen er met z'n allen net in. En zo varen we om tien uur de sluis uit.
De veerboot vertrekt ook net, en dus kachelen we daar maar achteraan de zoutkamperlaag op.
De wind is noordwest en dus is het eerste stuk recht er tegen in, om geen tijd te verspelen gaan we op de motor naar het westgat en daar hijs ik het grootzeil om 12:05 omhoog en rollen we de genua af.
Er staat een mooi windje tussen de 12 en de 14 knopen uit het noordwesten en dat is voor ons met een koers van 60 graden ideaal en we maken 7 knopen over de grond.
It gjit at it slydjaget, en we zijn al snel bij de wraktonnen van de Karel Amerskerk, er liggen al een paar bootje's met hengelaars die proberen een visje te verschalken.
De wind blijft mooi constant doorwaaien, en gaat zelfs nog een beetje ruimen tot halve wind wat ons goed uitkomt omdat na Borkum de koers naar 80 graden gaat.we besluiten dan ook vanwege deze mooie constante wind om maar door te varen, en Norderney te laten voor wat het is.
Even zakt de wind in, en het word zo weinig op den duur, dat ik de motor maar start, maar gelukkig komt de wind na een half uur moteren weer terug en kan het oliezeil weer uit, volgens ons komt het door de windmolenparken die hier al staan, en waar ze er helaas nog meer van gaan plaatsen.
Wanneer we Juist, Norderney, en Baltrum voorbij zijn komen we bij Wangeroog een groot ankergebied tegen waar we dwars doorheen moeten, maar nu begint de wind kuren te krijgen en ruimt de wind de ene keer en vervolgens gaat hij weer krimpen en daardoor word het wel wat een slingerkoers.
Ook moet ik het hier liggende verkeersscheidingstelsel senkrecht uberqueren, want ander krijg ik gedonder met de schiffartpolizei und das kostet pfieffen.
Tot kwart voor één blijft het waaien, maar net nadat we door het veld van ankerraars heen zijn is het gebeurt, en moeten we helaas de nachtelijke rust verstoren door het gebrom van onze 50 pk Perkins.
Het is echter een mooie boerennacht met een volle maan en het is dus niet helemaal donker, en om halfvijf gaat de zon ook al weer boven de kim komen, wat wij helaas niet kunnen zien omdat er net op dat moment een aantal grote schepen voorlangs vaart.
Het is zomer, maar als je ziet hoe wij erbij zitten helemaal ingepakt met een hemd, blouse, vest, jas, zwemvest, en een kleppet met oorwarmers, en handschoenen, ook heb ik mijn hoge laarzen aan want het is echt nog behoorlijk koud op zee. Het zeewater is hier 17 graden.
Het getij speelt natuurlijk ook een grote rol tijdens zo'n van west naar oost gaande trip, we kwamen met hoogwater uit het westgat, maar hadden daardoor wel direct zes uur de stroom tegen, en die kregen we bij Borkum weer 7 uurtje's mee tot we bij Wangeroog waren, en daar kregen we de stroom weer voor zes uur tegen, en dat kwam voor ons slecht uit want dat was bij het begin van de rivier de Elbe en het duurde tot bijna Cuxhaven voor we het weer mee kregen tot Brunsbüttel.
We hebben denk ik met name daar veel tijd verloren omdat we urenlang wel 3 mijl stroom tegen hadden staan.
Om kwart over één s'middags varen we de sluis bij Brunsbüttel uit, het Noord-Oostzeekanaal op, en meren aan in de naast de sluis liggende jachthaven, en drinken we er een welverdiend biertje op.
Al met al hebben we 15 en een half uur op de motor gevaren en 11 en een kwart uur gezeild.
Al met al een mooie reis, en nu maar hopen dat het een beetje meer op een zomer gaat lijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten