Hij zegt wij gaan met de veerboot naar Emden want het word slecht weer en wij laten de boot hier achter, en kunt u mischien zo nu en dan even kijken of alles in orde is.
Ik zeg ja dat willen we wel doen, maar mischien gaan wij vandaag ook nog wel weg, en dan kan dat dus niets.
Nou ja dat is dan niet anders en tegelijk geeft hij mij een plastic zak met van alles en nog wat aan eten en drinken erin, nou ik kan niets anders bedenken dan met mijn nog slaapdronken kop, en zonder bril en gebit in mijn smoel, de tas van hem aan te pakken en hun een gute reise toe te wensen.
Ik zeg tegen Aafke nou dat zijn me ook een stel mafketels hoor, die lui gaan weg en geven mij een plastic zak met van alles en nog wat erin en wij moeten op hun boot passen.
Aafke die het gesprek wel enigszins heeft meegekregen zegt tegen mij, wij gaan toch wel weg hè, ik zeg ja natuurlijk, en dat heb ik ook tegen die gast gezegd.
Aafke zegt we vragen de overbuurman wel die wij gered hebben met zijn kapotte landvast of die het zaakje even in de gaten wil houden.
Wij besluiten dus om naar Lauwersoog te gaan en gaan ons snel wassen en aankleden en na het ontbijt te hebben opgegeten, ga ik de net langslopende buurman vragen om een oogje op de boot van de Duitsers te passen en dat is oké.
Dan gaan we losgooien met de hulp van de buurman, en nog iemand die er net aan komt lopen.
Ze gooien ons de laatste lijnen toe, en dan vertrekken om vijf voor halfelf uit de haven.
De Fisherbalje zijn we al gauw uit, en dan vaar ik richting Hubertgat naar de plek waar we de vorige keer ook langs zijn gevaren, en dat ben ik nu ook weer van plan om te doen.
Als we dan eindelijk binnen zichtafstand zijn van de cardinale boeien die er liggen en ik de toptekens kan zien kom ik tot de ontdekking dat het hele zaakje verschoven is naar het noorden, nou dat is dus verder geen probleem, zolang we maar weten waar de ondiepten zitten en dus varen we mooi tussen een zuid en een noord cardinale boei door recht op een midvaarwaterboei toe die hier nu in het Hubertgat liggen om de vaarweg aan te geven.
Opeens roept Aafke de diepte loopt terug en ga wat langzamer varen, dus neem ik gas terug en kijk nog eens goed naar de boeien, maar het klopt allemaal en volgens de kaart is het hier 4,7 meter diep maar de dieptemeter geeft nu opeens 2.4 en even later raken we de grond en lopen we vast, wel verd....., denk ik hoe is dit mogelijk en gooi gauw de keerkoppeling in z'n achteruit om weer los te komen maar dat blijkt niet te lukken, en dus zet ik hem maar weer in z'n vooruit en probeer de boot te draaien en terug te varen naar waar we vandaan kwamen en langzaam maar zeker komen we weer in dieper water terecht.
Tjonge jonge wat is dit hier een zootje zeg, inplaats van 4,7 meter is het hier maar 2.1 m diep terwijl ik wel goed zit wat betreft de betonning, en ook volgens mijn kaart van Transas op de Ipad zit ik precies midden tussen de bakens.
Ik ga maar terug naar het hoofdvaarwater en ga daarna richting Westereems het andere zeegat dat paralel loopt met het Hubertgat maar veel meer word gebruikt door de scheepvaart.
Jammer want dit gesodemieter kost ons nu minstens een uur met elkaar, en die had ik nu graag willen
gebruiken om te kunnen zeilen in plaats van te moteren want ik wil wel graag op tijd bij de ingang van het Westgat zijn om de laatste twee uren de stroom mee te hebben en nu lukt dat mischien niet meer want er staat maar 7 tot 9 knopen wind uit het zuidoosten en daar lopen we helaas geen zes knopen mee, maar slechts drie tot vier en dus moet de motor maar bij blijven staan.
Het weer is erg wisselend en het ene moment schijnt de zon, en dan schuiven er opeens weer wolken voor deze heerlijke warmtebron langs en scheelt het weer een jas.
Om ons heen werkt de lucht en daaraan kun je wel zien dat er iets gaat gebeuren met het weer, het is maar net wanneer het gaat gebeuren.
We motorsailen lekker door met ongeveer 6 knopen en op deze manier zijn we toch nog om 16:45 bij de ingang van het Westgat.
Als ik op de plotter kijk zie ik dat er een eindje achter ons een schip dezelfde koers vaart, en als ik hem aanklik zie ik dat het de blauwe ruis is die we in de Oostzee al een aantal keren zijn tegengekomen zij lagen op de heen en op de terugreis tegelijk met ons in Fynshav waar zij ook de op en afstap van hun kinderen hadden gepland.
Hij loopt op mij in en ik doe er een tandje bij zodat we met elkaar op blijven varen, maar hij gaat me toch voorbij wanneer we bijna bij het Westgat zijn en hij kan ook een ton eerder de vaargeul invaren met zijn geringere diepgang, ik neem nu geen enkel risico meer wat de diepte betreft.De zeilen hadden we al even eerder gestreken en het gaat nu dan ook recht tegen de wind in, bovendien staat er ook weinig tot geen wind meer.
Ook komen er weer heel wat jachtje's vanaf Schiermonnikoog die nu nog net de sluis willen halen en ook de blauwe ruis gaat de sluis in.
Wij meren aan in de buitenhaven want wij willen morgen eerst diesel tanken voor we het meer op gaan.
wat we daarna gaan doen zien we dan wel weer.
Om kwart voor zes begint het verdorie ook nog net te regenen nu wij aan moeten meren in de buitenhaven, Aafke geeft mij gauw een regenjack en doet er zelf ook snel een aan.
Gelukkig duurt de bui niet lang en liggen we om zes uur vast en gaan naar binnen om een borrel te drinken op dit laatste stukje van onze vakantie.
Het word een borrel uit de fles die we van de Duitse buurman hebben gekregen in Borkum en dat is een pittig kruidig drankje, en ik hoef er maar eentje want het stijgt me gelijk naar mijn kop.
We besluiten om maar kibbeling met wat patat te gaan eten bij Sterkenburg met als toetje een softijs.
Tijdens het eten barst er een hevig maar kort onweer los met een flinke hoeveelheid regen en daardoor spoelt ook gelijk het zout van de boot af.
Na de gloeiendhete kibbelingen en de dito patat en daarna de verkoelende werking van het softijsje taaien we weer af naar de boot via het havenkantoor waar we een sticker kopen voor 24 euro waar ook nog eens drie euro toeristenbelasting bovenop komt, ze weten hier dus ook van prijzen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten