Het word nu eerst tijd om te kijken of er al schepen naar de sluis toe zijn gevaren, en als ik een blik naar buiten werp, zie ik nog net een motorboot de sluis in pruttelen, verdorie nu moeten we vlug zijn willen we deze schutting nog op tijd halen.
Snel aankleden dus stroom eraf lijnen voor los en de buurman z'n lijn los en dan nog de mooringlijn los maken, vervolgens achteruit de haven uitvaren en dan als je weet wel richting sluis, en helaas te laat, dus dat word wachten op de volgende schutting.
We knopen de boot maar voor een poosje aan de wallekant vast en wachten dan af wanneer we aan de beurt zijn, en dan verschijnen er nog twee jachten die ook wachten tot de deur weer open gaat.
Ondertussen komt er een groot baggerschip in onze richting, en ik zeg tegen Aafke dat we hier maar weg moeten want mischien wil dat ding hier wel voor de kant gaan liggen.
We maken los, maar het baggergeval blijkt een Nederlands schip te zijn en vaart door tot het begin van de sluis en blijft daar aan een paar palen liggen.
Intussen gaat de deur van de sluis weer open en kunnen we naar binnen met nog twee jachten, de Captain Haddock en een kleiner jacht waarvan ik de naam kwijt ben.
Het schutten duurt niet lang en op de meter bij de uitgang kun je de stroming die er buiten staat aflezen en die is nog 2,3 knoop tegen, en dat kan wel kloppen, het gekke is dat het tijdstip van hoogwater niet wil zeggen dat de stroom ook dan op dat moment de andere kant uitgaat, maar die loopt nog wel 1 1/2 uur door voordat de kentering intreedt.
We varen nu dus nog tegen de stroom in en dan kun je het beste op ondiep water varen want daar staat de minste stroom.
Na een dik uur is het dan zover en kunnen we aan de boeien zien dat de stroom stil staat, en even later mee gaat lopen, we schieten nu lekker op en gaan dieper water opzoeken omdat de meeste stroom midden in de geul staat maar ja daar mogen wij met ons bootje niet varen, wij moeten ons buiten de betonning ophouden.
Na een paar uur gaan we Cuxhaven voorbij en als we net de jachthaven zijn gepasseerd begint het opeens flink te waaien, en eigenlijk moet er een reef in het grootzeil.
Ik heb zo langzamerhand wel geleerd dat er op hoeken en bochten in het vaarwater vaak tijdelijk meer wind staat dat is altijd het geval bij kapen, denk maar aan kaap de goede hoop en kaap Hoorn.
In dit geval is het dat niet, want als ik de lucht zie, en het vochtgehalte, want het is diesig, dan denk ik dat dit geen normale zaak is en ik zeg tegen Aafke ik vertrouw deze lucht niet, en we gaan terug richting Cuxhaven nu het nog gemakkelijk kan.
Er voer een Pools jacht een tweemaster voor ons en die hadden we net ingehaalt, maar die zijn in tegenstelling tot ons aan de rode kant van het vaarwater gebleven terwijl wij naar de groene kant zijn overgestoken.
Wij zijn nu zover dat we overstag kunnen, en op mijn teken gaan we door de wind en varen nu voor de wind tegen de stroom in richting jachthaven, onderweg draaien we de Genua weg en het grootzeil halen we in de jachthaven wel naar beneden dat is gemakkelijker dan hier op stromend water.
Het duurt wel een halfuur voor we weer bij de jachthaven zijn om naar binnen te varen, want we hebben al flink stroom tegen.
We floepen zo tussen de havenhoofden door en liggen in rustig water, Aafke laat het grootzeil naar beneden, en frommelt het zo goed en zo kwaad als het kan op de giek vast en dan gaan we op zoek naar een box met een groen bordje.
Na wat heen en weer varen ontdekken we een box die vrij is en poffen erin, en in no time liggen we vast met twee lijnen voor en twee springen op de vingerpier.
We doeken het grootzeil goed op en doen meteen de huik erop want het zonnetje schijnt dat het een lieve lust is.
Zo nu eerst maar een flauwbyt en dan maar op de fiets naar de stad, want we zijn hier al een hele tijd niet meer geweest.
Om een uur of drie fietsen we naar de stad, maar we herkennen er niet veel meer van, toen we hier waren met Silvia en Erwin met de toen nog kleine Marina, en met Tjeerd en Lút met de Thalassa.
Wij waren toen nog met de Zeewolf onze Seamaster 815 en dat is meer dan 20 jaar geleden.
Zo nu eerst maar een softijsje en effe zitten, na het ijsje stappen we weer op onze fietsen, en gaan terug naar de haven, ik betaal het havengeld, en wanneer ik bij de boot terugkom zien we opeens onze Poolse vrienden de haven binnenvaren met de Polonia een tweemaster en een erg breed schip, maar ik denk met weinig diepgang en moeilijk tegen de wind in te zeilen en daarom denk ik dat ze geprobeerd hebben de monding van de Elbe uit te komen, maar dat het hun niet gelukt is en dat ze daarom zijn teruggegaan hier naartoe
Ze varen een paar keer de haven op en neer, maar vinden geen geschikte plek, en dan zie ik de havenmeester ( vrouwlijke ) opeens op de steiger verschijnen en die wijst hun een plek waar ze moeten gaan liggen, dat heeft nog wel wat voeten in aarde want ze hebben op dit klipperachtige schip een flinke boegspriet, en die mag geen problemen geven voor andere booteigenaren die wel over de steiger moeten kunnen lopen.
Zodra ze vast liggen gaan Aafke en ik er naartoe, want we zijn nieuwsgierig waarom ze terug zijn gekomen, al gauw blijkt dat ik gelijk had, ze kwamen niet tegen de wind in en kregen daarna de stroom tegen en dan kun je wel inpakken want daar verlies je het van.
We komen erachter dat ze met hun drieën zijn hij is denk ik een jaar of 50 en de vrouw die bij hem is is ook de jongste niet meer, de jongen die erbij is is er een van zijn broer en schat ik op een jaar of 14-16 jaar oud en ze willen richting zuid naar Grand Canaria toe.
Hij heeft een zoon in Londen wonen, en die routeerd hem wat betreft de weersomstandigheden die hij via mail of whatsapp naar hem toestuurd.
De jongen gaat van boord hier en dan komt er nog een ander familielid bij en zijn ze dus weer met drie personen aan boord.
Omdat het een tweemaster is en een nogal zwaar schip ( 17 ton ) is het redelijk handelbaar wat betreft de zeilvoering.
Wij wensen hun nog een goede reis, en ik geef hem nog een alternatief voor het varen binnendoor via the inland channels, in plaats van het zeilen buitenom boven de eilanden langs.
Ze zijn van plan om nog een paar dagen in Cuxhaven te blijven, en gaan dan volgende week verder met hun reis.
Aafke en ik gaan nog even kijken bij de dieseloliepomp, want we willen toch maar wat exstra diesel in onze tank hebben, voor het geval we morgen alles moeten moteren vanwege geen wind, of te weinig wind uit de goede richting.
Bij de pomp aangekomen zien we dat het dieselolie zonder toevoeging van biodiesel is, dat is op zich goed, maar geeft weer andere problemen las ik in één of ander magazin, het zou de o ringen aantasten die in de brandstofpomp zitten en daardoor voor inwendige lekkage zorgen.
Op de terugweg over de steiger komen we langs een hypermodern jacht, het is een xyacht from Sweden van maar liefst 19 meter lang en vijf meter breed, ik maak er een paar foto's van, maar mooi vind ik het niet, het is allemaal te hoekig en te strak, ik hou meer van vrouwlijke lijnen met mooie rondingen eraan.
De avond brengen we door met lezen, en we gaan niet te laat naar onze kooi, want we willen morgen naar Norderney en dat is een verheid van 65 mijl, maar we denken dat we het wel binnen 12 uur redden omdat we op de Elbe vanaf Cuxhaven behoorlijk wat stroom mee hebben de eerste 5 uur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten