Aafke heeft vandaag al de helpende hand uitgestoken voor de Duitse buren om te helpen met de voorlijn, want het lukt hun niet om zonder hun mooie houten boot te beschadigen los te komen van de steiger.
Terwijl Aafke de voorste lijn laat slippen vaart de schipper langzaam de box uit, en het gaat zonder een paal te raken.
Wij gaan nu eerst ons ontbijt nuttigen, en water tanken want die staan zijn alledrie op rood op het schakelpaneel.
Na de waterslang opgeborgen en de Duitse spring eraf te hebben gehaald varen wij juist verder de box in, en verlaten via de zijkant onze ligplaats, dat kan nu mooi omdat er geen schepen liggen en er zijn ook geen lijnen van de palen naar de steiger gespannen.
Om 20 over tien varen we de haven uit met 16 knopen wind op de klokken, we liggen wel op tegenkoers met het veerbootje, maar er is ruimte zat en dat is dus geen enkel probleem.
Vanmorgen had ik al eens naar de lucht gekeken, en die was in de verte wel wat donker, maar nu ik nog een keer goed kijk zie ik dat het er toch wel enigzins dreigend uit ziet.
Aafke vraagt of we de Genua ook af moeten rollen, maar ik zeg dat ik daar nog maar even mee wacht want we weten niet wat het word met die buien die er aankomen, en voor je het weet zit je in de problemen en daar heb ik geen behoefte aan.
We wilden eigenlijk naar Faaberg zeilen, maar bij nader inzien verwerp ik dat plan maar, en denk ik erover om maar bij Assens voor anker te gaan achter een schiereilandje waar hoge bomen staan en daar liggen we mooi uit de wind.
Ondertussen komt de dreigende lucht steeds dichterbij, en neemt ook de wind toe en dat is een goed teken, want er is een zeemansgezegde en die luid; komt eerst de wind en dan de regen, daar kan een zeeman tegen, maar komt eerst de regen en dan de wind berg uw zeilen dan gezwind.
Dat wil dus zeggen dat dit snel overtrekt met veel regen en ook wel wind natuurlijk want waar het ene zit kan het andere niet zitten.
We besluiten om de bui proberen te ontlopen, en verleggen de koers richting Assens want we zitten precies op een plek waar we allebeide kanten nog op kunnen.
En ja hoor, net als ik mijn pak heb aangetrokken begint het harder te waaien en is de wind van 16 knopen ineens naar 28 knopen gegaan, ook begint het nu te stortregenen en binnen no time is het zicht nog 50 mtr.
De golven die ongeveer een meter hoog waren, zijn nu helemaal platgeslagen door de regen en dat is natuurlijk wel weer fijn.
Als we bijna bij de ingang van de haven komen klinkt er ook nog een donderslag en dan is het ook bijna over.
Aafke hangt snel wat stootgaren over de rand, en legt de meerlijnen alvast klaar.
We hebben geluk want ons plekje waar we eergisteren lagen is nog vrij en dus meren we daar aan, en gooien eerst een spring om de bolder op de steiger, en vervolgens vast op onze middenbolder en dan houd ik de motor in z'n vooruit en kunnen we de voor en achterlijnen vastmaken.
Net nu we vast liggen houd het op met regenen en ook valt de wind weg, helaas kon ik zo snel niet mijn laarzen aankrijgen, en nu heb ik natte schoenen, en natte voeten, en een natte onderkant van mijn broek.
Nou ja, dat hangen we wel even te drogen, en dus trek ik een droge broek, droge sokken en slippers aan.
Ik ga nu eerst maar even naar het weerbericht kijken, want dit soort verassingen houd ik niet van.
Het is nu ondertussen halféén en we drinken eerst maar koffie en zien dan wel wat we gaan doen.
S,middags herhaalt het weer zichzelf nog een keer, en loopt de wind op tot 34 knopen en ik zet er nog snel even een lijn bij om de boot aan de kant te houden.
Er lopen nog steeds meer jachten de haven binnen, en wij zijn dus niet de enigen die een hekel aan deze weersituatie hebben.
Als de buien zich weer even koesthouden loop ik maar snel even voor een sticker naar het havenkantoor toe, en later leg ik dan ook de Duitse spring maar weer aan want het zit bij de prijs in.
Wanneer het weer er wat beter uitziet gaan we de rubberboot onderhanden nemen, want John heeft een peddel dwars door de midden geroeid op Tunø, en ik had nog een aluminium bezemstok liggen en laat die nu toevallig geschikt te zijn om de peddel te repareren.
Aafke gaat even bezig met de grijplijnen want daar zit er ook één van los en bij nood moet dat wel in orde zijn.
Intussen is er een Engels bootje naast ons komen liggen, het blijken oudere mensen te zijn, maar ja dat zijn wij ook, dus dat is niet zo bijzonder.
Wat wel bijzonder is is het bootje want dat is kleiner dan de zeewolf, maar het is een Cornisch Crabber en die zijn zeer zeewaardig.
Ze zijn tot aan de kont toe natgeregend door de steeds overkomende buien, en kwamen vanaf een eilandje hier zo'n 20 mijl vandaan.
via Nederland, Norderney en door het Kielerkanaal zijn ze hier naar toe gezeild, waar ze precies vandaan komen uit Engeland ben ik nog niet achter maar dat komt nog wel.
Ook is er hier vanavond havenfeest met een band van vier man, dus maar even er naar toe straks, het begint om 17:30 maar ik heb nog nergens een tent of zo zien staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten